Grotere schade aardbevingen door uitzettende klei
Een in het Noorden voorkomende kleisoort kan ervoor zorgen dat bij aardbevingen grotere schade wordt aangericht dan tot dusverre werd vermoed. De klei zet uit wanneer ze water opneemt en dat kan schade opleveren aan gebouwen wanneer die met hun fundering in zulke klei staan.
Dat meldde dinsdag het geologische bureau Groundcontrol uit Rotterdam dat er onderzoek naar verrichtte. In vooral de noordelijke regio komen door bodemdaling ten gevolge van aardgaswinning geregeld lichte aardbevingen voor.
Zogeheten ’zwelkleien’ (afhankelijk van de streek knikklei, knipklei of pikklei genoemd) zouden door het opnemen van water opzwellen en daardoor de druk in de bodem verhogen. Dat zou bevingen kunnen versterken en daarmee de schade aan bijvoorbeeld funderingen vergroten. Uit het onderzoek bleek dat een aantal panden die schade opliepen door bevingen met de funderingen in de nu verdachte klei staan.
Aardbevingen zijn in het Noorden weer volop onder de aandacht na een serie recente schokken. Bewoners maken zich zorgen na bevingen rondom Loppersum (provincie Groningen). Het KNMI benadrukte na de bevingen dat het aantal niet significant stijgt en dat de schade waarschijnlijk niet boven bepaalde grenzen uit zal komen.
Groundcontrol doet sinds enige jaren op eigen kosten onderzoek naar schade door bevingen in het Noorden. De bestaande kennis van bodemdaling en andere geologische processen zou te kort schieten. Het onderzoeksbureau presenteert deze maand een uitgebreide rapportage waarin de bevindingen gepresenteerd worden.