Dat heeft minister Donner dinsdag aan de Tweede Kamer geschreven, in antwoord op vragen van VVD’er Wilders.

De mannen uit Amsterdam (2), Amersfoort, Den Haag en Schiedam werden op 17 oktober aangehouden. Eén werd kort daarop weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs, de andere vier anderhalve week later.

In de brief geeft Donner opening van zaken over de informatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) die aanleiding gaf tot de aanhoudingen. Uit deze gegevens blijkt onder meer dat de leden van de groep „in zeer specifieke verhullende termen” over een naderende actie sprak. Uit ervaring wist de AIVD dat deze termen werden gebruikt voor terroristische acties.

Ook wist de dienst dat twee leden van de groep onlangs in Pakistan waren geweest. Daar had een van hen in een trainingskamp gezeten. Verder stond de groep in contact met iemand in Spanje die opdracht gaf een paspoort te regelen. Deze persoon werd in Marokko gezocht wegens betrokkenheid bij de aanslagen in Casablanca. De man is inmiddels door Spanje aangehouden en uitgeleverd aan Marokko.

Na de aanhouding liet het Openbaar Ministerie (OM) huiszoeking doen bij de vijf verdachten. Hierbij werd onder meer een testament gevonden. Zo’n testament is gebruikelijk bij radicale moslims die deelnemen aan de gewapende strijd tegen tegenstanders van de islam, de zogeheten jihad.

De rechter-commissaris oordeelde op 20 oktober dat de inverzekeringstelling van de vijf terecht was. Zij werden verdacht van het voorbereiden van een ontploffing, deelneming aan een criminele organisatie en vervalsing van reisdocumenten. Ruim een week later waren ze allemaal weer op vrije voeten, omdat er „onvoldoende ernstige bezwaren” waren om ze nog langer vast te houden, aldus Donner in de brief.