Goede voornemens: matig mobielgebruik. Tien argumenten, tien tips.
Aan het eind van het jaar duiken ze steevast op: lijstjes met de top-tien van technische doorbraken, hippe woorden, meest verkochte boeken en meest bekeken YouTube-filmpjes. Maar daarnaast zijn er ook lijstjes met tips en adviezen voor het nieuwe jaar, om te stoppen met roken of om te lijnen.
In die categorie valt onderstaande lijst: tips om matig te zijn met mobielgebruik, vooral bedoeld voor jongeren. Maar waarom zou je daar aan beginnen? Lang niet iedereen is ervan overtuigd dat dat nodig is. Precies, vandaar dat de lijst eerst tien argumenten opsomt waarom het verstandig is om te matigen. Daarbij verstaan we onder mobielgebruik vooral: gebruik voor sociale media als WhatsApp, YouTube en Facebook. Maar goed, dat hoeven we jongeren natuurlijk niet uit te leggen…
Wie in elk geval overtuigd is van de noodzaak om computer- en mobielgebruik te matigen, is de Amerikaanse ds. David Murray, die hier regelmatig over schrijft. Hij is heel stellig : „Het allerbeste wat u kunt doen voor de studie, de carrière en de huwelijksperspectieven van uw kind is –naast het geven van het Evangelie- hem of haar zelfbeheersing bijbrengen in het gebruik van de mobiele telefoon.” Ook de bekende Amerikaanse psycholoog Daniel Goleman pleit ervoor in zijn nieuwste boek “Aandacht”.
Daarom nu eerst de argumenten op een rij. Wees matig met je mobiel, want:
1. … dan gaan je schoolprestaties omhoog.
Als je minder met je mobiel bezig bent, heb je meer tijd voor je studie en benut je die tijd beter omdat je niet voortdurend wordt afgeleid door WhatsApp en Facebook.
Over dit argument is voortdurend discussie. Dr. Justine Pardoen van Ouders Online beweerde in november 2012 dat scholieren blijven zitten door het gebruik van sociale media. NRC Next controleerde die bewering en vond dat ze dat niet hard kon maken.
Toch denk ik dat Pardoen wel gelijk heeft. Er bestaan diverse onderzoeken die aangeven:
dat jongeren door sociale media worden afgeleid (Achter de schermen, van Dialogic, hoofdstuk 4.2, uitgevoerd bij vmbo-jongeren);
dat jongeren moeite hebben om zich te concentreren op hun huiswerk (Leefritme Onderzoek X – overzichten 13 - 16.1);
dat een kwart van de ouders negatieve effecten van sociale media ziet op de schoolresultaten (Mediawijsheid onder ouders en kinderen, door Mediawijzer.net, p. 9);
dat studenten die veel facebooken lagere cijfers halen,
en dat vrouwelijke eerstejaarsstudenten die veel nieuwe media gebruiken slechtere studieresultaten hebben.
Maar hier staat ook iets tegenover: er zijn studies die aangeven dat Facebook leidt tot betere studieresultaten wanneer het gebruikt wordt voor de studie zelf.
2. … dan krijg je een bredere blik op de wereld.
Klopt dat? Het wereldwijde web maakt mensen toch wereldwijs? Dat is helemaal niet vanzelfsprekend. Met name Google, YouTube en Facebook kunnen leiden tot een soort tunnelvisie, omdat deze media je vooral suggesties en nieuwtjes voorschotelen uit je eigen vriendenkring. Sociale media kunnen dus leiden tot blikvernauwing: je kijkt door een smal kokertje naar dat stukje van de wereld dat je vrienden je aanraden.
Echter, matigheid met je mobiel leidt alleen tot een bredere blik op de wereld als je de vrijkomende tijd gebruikt om je op een andere manier te informeren. Lees eens een boek, pak een krant of volg het nieuws rechtstreeks op een goede nieuwssite, op een plaats waar een professionele redactie dat voor je selecteert.
Wil je hier meer over lezen? Kijk eens naar de TED-talk van Eli Pariser (met Nederlandse ondertiteling).
3. … dan krijg je meer nachtrust.
Vanzelf. Tenminste, als je hoort bij de jongeren die hun mobiel meenemen naar bed. Dat je daardoor minder nachtrust hebt, komt misschien door de straling van het mobieltje, al is er nogal wat ruis rond dat onderzoek. Wat verder meespeelt, is dat het licht van je schermpje melatonine kan afbreken, waardoor je biologisch ritme wordt verstoord en je niet zo snel in slaap valt.
Maar veel belangrijker dan licht of straling zijn de prikkels die sociale media zelf veroorzaken. Uit een Vlaams onderzoek bij 2000 jongeren tussen 13 en 20 jaar blijkt dat het mobieltje of de tablet de nachtrust danig kunnen verstoren. Daardoor ga je niet alleen later slapen maar slaap je ook slechter.
4. … dan blijf je gezonder.
Nee, dit heeft niet te maken met verhalen over straling van mobieltjes. Matig zijn met je mobiel en met sociale media vereist zelfbeheersing. Dat is niet gemakkelijk, maar je kunt je er wel in oefenen. En dat is de moeite waard, want wie zich goed kan beheersen, heeft een grotere kans op een gezond leven. Dat klinkt misschien niet geloofwaardig, maar er is een heel uitgebreid onderzoek verricht in Nieuw-Zeeland waarbij 1000 mensen meer dan 40 jaar gevolgd zijn door wetenschappers – en daar blijkt dit uit.
Mooi meegenomen: jongeren die zich beter kunnen beheersen, worden later minder vaak crimineel, raken minder vaak verslaafd en kunnen beter met geld omgaan.
Wat heeft dat met je mobiel te maken? Zelfbeheersing betekent onder andere dat je afleert om op elk signaal van sociale media te reageren.
5. … dan heb je meer tijd om je te ontspannen.
Er is nog een manier waarop matig mobielgebruik bij kan dragen aan je gezondheid: als je de vrijgekomen tijd benut door te bewegen. Dat mes snijdt van twee kanten, want je blijft er lichamelijk fit van maar het stimuleert ook de ontwikkeling van je hersenen. En dat is nuttig voor het kunnen leren en voor je langetermijngeheugen.
Wil je daar een leuk videocollege van 10 minuten over volgen? Kijk dan eens bij de Universiteit van Nederland, waar prof. dr. Scherder de vraag stelt: “Gaat je geheugen kapot als je teveel voor je computer hangt?”
Bewegen vraagt niet veel van je: elke dag een half uur flink doorwandelen of fietsen is genoeg. Vind je dat niks of kom je daar niet aan toe? Je kunt ook ontspannen door gewoon uit te rusten, ademhalingsoefeningen te doen of te mediteren. Zolang je daarbij maar niet je mobiel beetpakt of achter een beeldscherm zit. Er zijn diverse aanwijzingen dat ook dit helpt voor een goede ontwikkeling van je hersenen en je vermogen om je te kunnen concentreren. Een wat zweverig artikel daarover, met oefeningen, lees je hier.
6. … dan leer je beter communiceren.
Dat klinkt helemaal niet logisch: minder mobiel = beter communiceren? Het hangt er vanaf wat je onder communiceren verstaat. Bij communicatie let je niet alleen op wat iemand zegt maar ook op z’n gezichtsuitdrukking, de klank in de stem, de omgeving enzovoort. Die non-verbale communicatie ontbreekt meestal op Twitter, Facebook en WhatsApp.
Verschillende wetenschappers hebben vastgesteld dat jongeren liever digitaal communiceren omdat ze zich onzeker voelen bij een echt gesprek. Een bericht op Facebook is veilig, je kunt er vooraf over nadenken en niemand ziet hoe je kijkt. Een echt gesprek is lastiger, zegt de Amerikaanse hoogleraar Sherry Turkle, die al bijna twintig jaar onderzoek doet naar jongeren en media. Bekijk haar TED-talk (met Nederlandse ondertiteling) maar eens.
7. … dan loop je minder risico op depressie of gebrek aan zelfvertrouwen.
Vooral meisjes gebruiken sociale media (met name Facebook) vaak als een soort toverspiegel waarin ze aan hun vrienden en vriendinnen om reacties vragen. Helaas loopt dat niet altijd goed af. Diverse onderzoeken tonen aan dat jongeren die langer op Facebook zitten, vaker last hebben van depressies en een gebrek aan zelfvertrouwen.
Maar… denk nu niet meteen dat iedereen depressief wordt van Facebook. Het is nog onzeker wat hierbij kip of ei is. Gaan jongeren met een depressieve neiging vaker op Facebook – of leidt Facebook-gebruik bij bepaalde jongeren juist tot een depressie? Dat weten we nog niet goed, maar er zijn wel aanwijzingen dat dat laatste het geval is. Een Amerikaanse studie laat zien dat jongeren die vaker Facebook gebruiken, zich daardoor minder gelukkig gaan voelen. We moeten daarbij wel een slag om de arm houden, want dit onderzoek laat niet zien wat er op de lange termijn gebeurt.
Het kan heel aantrekkelijk lijken om Facebook te gebruiken wanneer je niet veel zelfvertrouwen hebt. Je hoopt misschien dat je daardoor gemakkelijker met anderen in contact kan komen en positieve reacties krijgt. Maar psychologen waarschuwen er wel voor dat dat averechts kan werken omdat je juist minder likes krijgt.
8. … dan heb je meer tijd om te lezen.
Jonge kinderen lezen veel boeken, maar naarmate ze ouder worden, neemt dat snel af. In plaats daarvan besteden ze hun tijd aan digitale apparaten: gamen, sociale media en films kijken.
Dat is jammer, want lezen is belangrijk voor je ontwikkeling, je woordenschat. Sommige ingewikkelde kwesties laten zich beter uitdrukken in woorden dan in beelden. En als je minder leest – kun je weer minder goed leren…
9. … dan lees je intensiever.
Jongeren lezen minder boeken, maar ze lezen nog wel veel op een scherm. Dat kan heel nuttig zijn, maar lezen op een scherm(pje) is anders dan in een boek, omdat we op een scherm sneller afgeleid worden. Mensen die veel op een scherm lezen, lezen vaak oppervlakkiger.
Het lezen van een boek oefent onze hersenen op een andere manier dan het kijken van een film. Goed en intensief lezen, dieplezen, is een vorm van hersentraining die weer nuttig is voor het leren.
10. … dan win je kostbare tijd.
’t Is hierboven al vaker genoemd: als je matig bent met je mobiel kun je je tijd besteden aan ontspanning, lezen, gesprekken of slapen. Maar er is nog een andere reden om over je tijdsbesteding na te denken. Tijd is kostbaar. Vooral omdat je besteding ervan onomkeerbaar is én omdat de tijd eindig is. Een wijze, oude man, Mozes, schreef daarover in Psalm 90: “Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.”
Sociale media kosten veel tijd en het aantal jongeren dat daarin geen maat weet te houden, lijkt toe te nemen. Er is zelfs een nieuw woord voor bedacht: socialbesitas. EenVandaag maakte er een reportage over. Gelukkig zijn er maar heel weinig mensen écht verslaafd.
Overtuigd? Dan zijn er gelukkig ook veel mogelijkheden om mobielgebruik te matigen. Het kan je helpen als je duidelijke afspraken maakt met jezelf of met je ouders of anderen in je omgeving en als je daar ook met anderen over praat. Een paar voorbeelden voor goede voornemens voor het nieuwe jaar:
1. Gebruik je mobiel niet tijdens de maaltijden.
Logisch eigenlijk? Je praat niet met je mond vol – ga dan ook geen bericht sturen met je mond vol.
2. Leg je mobiel aan de kant tijdens het huiswerk doen.
Een gouden regel: 25 minuten huiswerk doen, 5 minuten je berichten bijwerken. Justine Pardoen legt bij NTR Academie uit waarom.
3. Laat je mobiel beneden als je gaat slapen.
Goede tip. Spreek dit af met al je huisgenoten en hou elkaar eraan. Koop een wekker zodat je geen reden hebt om je mobiel mee te nemen naar je slaapkamer.
4. Zondag is rustdag, ook voor mijn mobiel.
Een mobiel bij je als je naar de kerk gaat, kan heel handig zijn, als er onderweg wat gebeurt. Maar wees eerlijk: is dat de echte reden? Gun dat apparaat ook een dag rust en bedenk waar de zondag voor bedoeld is. Een dag mobiel-vasten per week is een verademing. Groet je digitale vrienden op zaterdagavond: “Goede zondag, tot maandag.”
5. Spreek in je WhatsApp-groep(en) een eindtijdstip af.
Heeft in jouw groep ook niemand het laatste woord? Dat is een kwestie van afspreken én je eraan houden.
6. Zet je geluiden en meldingen van berichten uit.
Als je weet dat er een bericht is, is het veel lastiger om het ongelezen te laten.
7. Neem tijd voor ontspanning, rust, beweging, nachtrust.
Blokkeer die tijd in je agenda. Het helpt je om op andere momenten fitter te zijn.
8. Maak er een gewoonte van om mensen aan te kijken als je met hen spreekt.
Logisch he? Maar de ‘onderkin-generatie’ heeft juist geleerd om tegelijk berichten te tikken en met anderen te praten. Het nadeel is dat je dan de non-verbale communicatie mist. Als je iemand aankijkt, hoor je zóveel meer!
9. Neem een kleinere bel- en/of databundel.
Hoe groter je bundel, hoe meer je gaat verbruiken. Maar het omgekeerde werkt ook.
10. Ga eens bij iemand op bezoek.
Een echte ontmoeting biedt zoveel meer dan een digitaal contact. Kijk maar naar wat de apostel Johannes daarover schrijft: “Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en mond tot mond met u te spreken, opdat onze blijdschap volkomen moge zijn.”
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en lector Nieuwe media van Driestar Hogeschool.