Binnenland

Afhandelen digitale erfenis is lastig proces

Wat gebeurt er met iemands bestaan op het wereldwijde web na overlijden? Hoe vergaat het accounts op Twitter of Facebook? „Bewustwording over de digitale nalatenschap is echt nodig.”

Pieter Ariese en Johannes Visscher

23 December 2013 06:44Gewijzigd op 15 November 2020 07:51
Illustratie André Dorst
Illustratie André Dorst

Er komt een automatisch verstuurde felicitatie via Facebook bij je binnen. Bizar genoeg is die afkomstig van een persoon die al is overleden. „Dat kan je rauw op je dak vallen”, weet Emile de Jong, directeur van Nuvema Uitvaartverzekering. En hij vreest dat soortgelijke kwesties zich in de toekomst veel vaker zullen voordoen.

Zijn onderneming presenteerde recent de resultaten van een onderzoek naar digitale nalatenschap. Oftewel: wat is er geregeld voor iemands account op bijvoorbeeld Facebook of Twitter na overlijden?

De Jong maakt zich geen illusies. „Veel mensen zijn zeer actief op sociale media. Maar liefst 90 procent blijkt niets geregeld te hebben met het oog op de digitale nalatenschap. Er wordt vaak niet of maar kortstondig gesproken over wat er op digitaal gebied na iemands overlijden moet gebeuren. Er is sprake van kortzichtigheid. Op dit punt is een bewustwordingsproces nodig.”

Uit het onderzoek, onder 1000 personen, blijkt dat 65 procent van de gebruikers van sociale media nog nooit heeft nagedacht over de vraag wat er met hun socialemedia-profielen moet gebeuren na hun overlijden.

Zo’n twee derde van de ondervraagden die wel over dit punt hebben nagedacht, vindt dat de nabestaanden (familie en vrienden) de aangewezen personen zijn om de digitale nalatenschap af te handelen. „En dat terwijl er rond de uitvaart al zo veel op die nabestaanden afkomt en er zo veel te regelen valt”, schetst De Jong. „Nabestaanden weten vaak niet waar en hoe ze moeten beginnen als het gaat om de digitale nalatenschap van de overledene.”

Ruim de helft van de ondervraagden wil dat na hun dood accounts op bijvoorbeeld Twitter en Facebook worden verwijderd, blijkt uit het onderzoek. „Dat zijn mensen die redeneren in de trant van: na mijn overlijden wil ik digitaal verdwijnen.”

De komende jaren zullen vragen rond digitale nalatenschap steeds meer gaan spelen, vermoedt De Jong. „Dit is inderdaad nog onontgonnen gebied. Eerst waren het vooral jongeren die zich met sociale media inlieten, maar steeds meer ouderen begeven zich op sociale media.”

Willen nabestaanden een account van Facebook of Twitter van een overledene laten verwijderen, dan kost dat best wat moeite, schetst De Jong. „Je doet zaken met Amerikaanse bedrijven. Wachtwoorden van de overledene zullen ze niet geven. Als je wilt dat een account moet worden verwijderd, zul je moeten aantonen dat je directe familie of een bevriende relatie van de overledene bent. Verder zul je gegevens over de overledene moeten verstrekken, waaronder een akte van overlijden.”

Een andere mogelijkheid is dat nabestaanden ervoor zorgen dat iemands profiel na overlijden –tijdelijk– verandert in een herdenkingsprofiel. Er wordt dan een soort digitaal monument opgericht. In dat geval zullen er geen berichtjes meer namens de overledene worden verstuurd, maar kunnen mensen nog wel bijvoorbeeld foto’s bekijken op iemands profiel en ook berichten naar het adres van de overledene sturen. „Zo’n herdenkingsprofiel kan enige troost bieden. Nabestaanden kunnen er rust in vinden en zich er senang bij voelen als ze naar hun idee nog digitaal kunnen communiceren met een overledene.”

Willen nabestaanden een profiel op bijvoorbeeld Facebook in een herdenkingsprofiel veranderen, dan is contact met Facebook ook weer nodig, betoogt De Jong. „Ook dan moet je kunnen aantonen dat de persoon achter het profiel is overleden.”

Gebruikers van sociale media zouden een ”social media testament” moeten hebben, bepleit De Jong. Zo tast de familie niet in het duister. Zijn bedrijf heeft een social media testament ontwikkeld en een handleiding voor nabestaanden. In het testament kan worden aangegeven wat er met de online profielen moet gebeuren na overlijden. „Bewaar zo’n testament op papier, in een schoenendoos. Als de overledene bijvoorbeeld –geldige– inlogwachtwoorden voor Facebook achterlaat, kan de familie zonder tussenkomst van Facebook een account verwijderen. Feit is wel dat wachtwoorden nogal eens veranderen, dus het is de vraag hoe actueel een wachtwoord in een testament nog is.”


Afhandelen digitale erfenis is lastig proces

Na het overlijden van een geliefde is diens digitale nalatenschap niet het eerste wat nabestaanden bezighoudt. Toch verdient dit aandacht, te meer omdat steeds meer van onze activiteiten zich online afspelen.

Niets doen betekent dat profielen van de overledene op sociale netwerken gewoon blijven voortbestaan. Dat kan pijnlijke situaties opleveren, bijvoorbeeld wanneer Facebook of Twitter de persoon in kwestie aanbeveelt als vriend of diens beeltenis gebruikt in advertenties.

Digitale sporen, zoals foto’s en berichten, blijven zichtbaar. Waar sommigen dat koesteren als een dierbare herinnering, willen anderen het liefst dat alles verdwijnt. Idealiter laat een overledene een lijstje met wachtwoorden na, waarmee nabestaanden toegang hebben tot de gebruikte diensten. Vaak gebeurt dat echter niet. Sociale netwerken bieden verschillende oplossingen, maar de procedures zijn niet altijd even simpel.

Het veelgebruikte Facebook geeft nabestaanden de mogelijkheid het profiel van de overledene een herdenkingsstatus te geven. Zo’n profiel zal niet meer opduiken in de categorie ”Mensen die je misschien kent”. Foto’s en berichten die de overledene heeft geplaatst, blijven zichtbaar. Vrienden en nabestaanden kunnen berichtjes plaatsen, maar krijgen verder op geen enkele wijze toegang tot het account.

Het aanvragen van een herdenkingsstatus gaat via een speciaal formulier, waarop nabestaanden gegevens moeten invullen als de naam en het e-mailadres van de overledene, en een link naar diens profiel. Ook moet een bewijs van overlijden worden opgestuurd.

De tweede mogelijkheid die Facebook biedt, is het compleet laten verwijderen van het profiel van de overledene. Dat heeft meer voeten in de aarde. Het sociale netwerk eist een juridisch bewijs dat de indiener van het verzoek een direct familielid of de wettige vertegenwoordiger is van de overledene. Dat kan onder meer via het opsturen van een geboortebewijs of overlijdensakte.

Wat Facebook niet doet –en andere sociale netwerken evenmin–, is nabestaanden volledige toegang geven tot het account van de overledene. De diensten zullen nooit wachtwoorden uitwisselen. Dat zou het recht op privacy van de gestorven persoon aantasten, heet het.

Bij microblog Twitter kunnen nabestaanden het account van een overledene alleen laten deactiveren. Een herinneringsstatus is hier geen optie. Ook Twitter vraagt allerlei gegevens voordat de dienst het profiel uitschakelt, zoals een bewijs van overlijden.

Al die gegevens moeten worden gefaxt naar de Verenigde Staten. Twitter beoordeelt vervolgens of de aanvraag rechtmatig is, en pas dan verwijdert het bedrijf ook daadwerkelijk alle berichten die door de overledene zijn geplaatst.

Google is de eerste dienst die zijn gebruikers bij leven de mogelijkheid geeft hun digitale nalatenschap te regelen. Sinds april dit jaar is er de ”Inactive Account Manager”. Daarin legt een gebruiker vast wat er, na een door hem vastgestelde periode van inactiviteit (drie, zes, negen of twaalf maanden), met zijn Googleaccount moet gebeuren.

Er zijn twee keuzes: of Google verwijdert het account of nabestaanden krijgen een door de overledene vastgestelde selectie van gegevens uit diens profiel. Zo kan een gebruiker bepalen dat nabestaanden wel zijn video’s uit YouTube krijgen, maar niet zijn e-mails uit Gmail.

Heeft een Googlegebruiker niets geregeld, dan verloopt de procedure na overlijden ongeveer gelijk aan die van Twitter. Google vraag allerlei officiële bescheiden, beoordeelt de aanvraag en beslist dan of een account wordt verwijderd. Slechts bij hoge uitzondering en na een gerechtelijk bevel van een Amerikaanse rechter geeft Google toegang tot e-mails uit Gmail. Zo’n procedure neemt al snel maanden in beslag.

Bij diensten als Instagram, Pinterest, Flickr en LinkedIn verloopt het laten verwijderen van een account min of meer hetzelfde. Naast een aantal persoonlijke gegevens vragen deze netwerken een overlijdensbewijs en, in sommige gevallen, een document waaruit de relatie van de nabestaande tot de overledene blijkt.


Twitteren na je dood

Onze almaar groeiende digitale aanwezigheid en het onvermijdelijke feit dat de dood ook daar een einde aan maakt, levert tal van –soms ogenschijnlijk bizarre– nieuwe diensten op.

Zo belooft LivesOn met de morbide slogan ”When your heart stops beating, you’ll keep tweeting” (”Blijf twitteren, nadat je hart ermee is gestopt”) dat het Twitteraccount van een overleden persoon tweets blijft uitspugen.

Dat gaat geheel in de geest van de overledene, want die instrueert bij leven hoe zijn Twitterfeed zich na zijn dood moet gedragen. LivesOn analyseert de tweets die iemand plaatst, stelt een bepaald patroon vast en zal op basis daarvan berichtjes de wereld insturen.

Via DeadSocial kan iemand berichten inplannen die pas na zijn dood op sociale media verschijnen. Dat kan één enkel afscheidsbericht zijn, maar ook een reeks van posts die nog jaren later opduiken. Bijvoorbeeld op verjaardagen of voor nabestaanden bijzondere momenten.

Vergelijkbaar is If I Die, een dienst waarmee Facebookgebruikers een laatste videoboodschap kunnen opnemen. Die wordt op het profiel van de overledene geplaatst, zodra een vooraf aangewezen vertrouwenspersoon het overlijdensbewijs overlegt.

Iets minder opvallend is het Nederlandse Afternote, een online dienst waarmee iemand kan vastleggen wat er na overlijden met zijn profielen op sociale netwerken moet gebeuren. De dienst biedt ook ruimte om persoonlijke boodschappen op te nemen, die na overlijden worden verstuurd. Eigenlijk heeft Afternote nog het meest weg van een digitaal testament, te meer omdat gebruikers ook kunnen aangeven hoe hun begrafenis eruit moet zien en wat hun laatste wensen zijn. Tegelijkertijd is het een soort dagboek, dat bij leven kan worden bijgehouden.

Er zijn ook diensten die het papieren lijstje met wachtwoorden kunnen vervangen. SecureSafe laat gebruikers wachtwoorden en andere digitale data opslaan. Die worden na overlijden vrijgegeven aan een vooraf aangewezen vertrouwenspersoon, die vervolgens de digitale nalatenschap kan afhandelen. Legacy Locker is een vergelijkbaar product.


„Alleen voor vrienden”

Mogen media zonder toestemming na iemands overlijden bijvoorbeeld foto’s van Facebook halen en die in de krant publiceren? Media-ethicus Huub Evers: „De Raad voor de Journalistiek heeft zich over dit thema uitgelaten. Dit naar aanleiding van het feit dat media op vrij grote schaal Facebookfoto’s van slachtoffers van de vliegramp bij Tripoli in 2010 publiceerden. De raad vindt dat die Facebookfoto’s in beginsel niet bedoeld zijn voor publicatie in de massamedia. Ik deel dat standpunt. Als iemand op Facebook foto’s plaatst, zijn die bedoeld voor de beperkte kring van vrienden, bekenden en familie. Die foto’s zou je niet zomaar in een krant moeten afdrukken.”

Een andere zaak is als nabestaanden kranten benaderen met het verzoek artikelen waarin hun overleden geliefde in figureert, te verwijderen. Zodat het artikel niet op internet blijft rondzwerven. „Kranten zullen niet zomaar een artikel uit hun archief halen. Dan zou er sprake zijn van geschiedvervalsing. Een mogelijkheid is anonimisering van een artikel, maar dat kan bijvoorbeeld niet bij interviews met politici. Wil iemand een artikel verwijderd hebben, dan moeten daar argumenten voor zijn en moeten niet alleen sentimenten een rol spelen.”

Mr. drs. Timon Ramaker, die jarenlang media-ethiek gaf aan de Christelijke Hogeschool Ede en nog steeds aan die school verbonden is, bepleit „grote terughoudendheid” bij media bij het gebruikmaken van foto’s van overledenen die op Facebook staan. „Nabestaanden zitten in een kwetsbare positie, in een proces van rouw en verdriet.” Met instemming citeert Ramaker uit de Leidraad van de Raad voor Journalistiek, die onder meer meldt: „Bij het benaderen van slachtoffers van ongevallen en rampen en hun nabestaanden behoort de journalist rekening te houden met het recht van betrokkenen om met rust te worden gelaten.”

Meer over
Digitale media

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer