Binnenland

Leden Natuurmonumenten: Weer herten van akker met hekken

Het plaatsen van hekken van 2,5 meter hoog is dé manier om schade aan landbouw- en recreatiegebieden door wilde dieren te voorkomen. Dat vindt bijna 50 procent van de 40.000 natuurliefhebbers die de Groot Wild Enquête van Natuurmonumenten hebben ingevuld.

Redactie natuur
16 December 2013 12:45Gewijzigd op 15 November 2020 07:43
bron: Natuurmonumenten
bron: Natuurmonumenten

Bijna 30 procent is tegenstander van het plaatsen van dergelijke hekken om landbouw- en recreatiegebieden, zo’n 20 procent staat er neutraal tegenover. Het afschieten van de herten en zwijnen vinden de geënquêteerden duidelijk minder geslaagd: 57 procent is tegen het preventief afschieten, 22 procent voor. Ook het doden van het wild als het daadwerkelijk eet van landbouwgewassen vinden de natuurliefhebbers geen goed idee: ruim 55 procent is tegen, 21 procent is er voor.

Helemaal niets doen en de schade aan landbouwgewassen accepteren kan op steun rekenen van 27 procent van de ondervraagden, 41 procent is er tegen en 32 procent heeft geen mening. De schade kan het beste vergoed worden uit een fonds waarin de overheid, boeren, natuurorganisaties en ondernemers uit de toeristische branche geld storten, zo blijkt uit de enquête.

Natuurmonumenten besloot tot de achterban te raadplegen nadat vorig najaar de gemoederen hoog opliepen over het schieten op edelherten bij een ecoduct op de Noord-Veluwe. Tot nu toe geldt dat groot wild wordt afgeschoten als het zich buiten daarvoor aangewezen gebieden vertoont. De grote dieren veroorzaken landbouwschade en risico op ernstige ongelukken door aanrijdingen.

Een ruime meerderheid van de deelnemers aan de enquête is tegen dit zogenoemde nulstandbeleid. Ze vinden dat het leefgebied van grofwild groter moet worden door de aankoop van landbouwgronden. Bijna unaniem zijn de ondervraagden voor natuurbruggen of ecoducten waardoor de herten en zwijnen vrij van het ene natuurgebied naar het andere kunnen lopen.

Natuurmonumenten pleit er naar aanleiding van de uitkomst van de enquête voor om in veel gebieden te stoppen met jacht alleen vanwege schade en overlast. „De natuur zelf kan bepalen hoeveel dieren in een gebied kunnen leven. Sterfte door voedselgebrek is acceptabel, op voorwaarde dat boswachters dieren die uitzichtloos lijden afschieten. Afschieten om te voorkomen dat dieren honger krijgen, is omstreden”, zo schrijft de natuurorganisatie in een samenvatting.

Natuurmonumenten gaat onderzoeken of het mogelijk is de aantallen edelherten, reeën en wilde zwijnen in de hand te houden door ze anticonceptie te geven. Onder de ondervraagden zijn daar trouwens meer tegenstanders van (40,9 procent) dan voorstanders (31,9 procent). De natuurliefhebbers zien liever dat de beesten worden gevangen en verplaatst naar andere natuurgebieden in binnen- en buitenland.

In twee eigen natuurgebieden, het Drents-Friese Wold en de Veluwezoom, wil Natuurmonumenten de natuur voorlopig haar gang laten gaan en „met de hand aan de kraan” zien wat er gebeurt. Omdat het zien van groot wild voor veel mensen een reden is om de natuur in te gaan, wil de organisatie samen met andere natuurbeheerders wild zichtbaarder maken. Dat kan door graasweides voor herten langs wandelpaden aan te leggen en rustgebieden op open heidevelden te maken. Voor natuurfotografen en wildspotters zouden er exclusieve plekken ingericht kunnen worden, aldus de vereniging.

De Groot Wild Enquête is met hulp van Wageningen Universiteit en onderzoeksinstituut Alterra tot stand gekomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer