Binnenland

Verkoop Slotervaartziekenhuis onzeker

AMSTERDAM (ANP). De overname van het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam door zorgondernemer Loek Winter staat op losse schroeven. De Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam plaatst grote vraagtekens bij de voorgenomen verkoop. De onafhankelijk bestuurder van de holdings van het ziekenhuis, Charlotte Insinger, moet nu beslissen over de deal met de MC Groep van Winter. Dit heeft de Ondernemingskamer woensdag bepaald.

11 December 2013 16:31Gewijzigd op 15 November 2020 07:37

De erven van grootaandeelhouder Jan Schram in het Slotervaart hadden in oktober met Winter een overeenkomst gesloten enkele dagen voordat de Ondernemingskamer de aandelen onder bewind liet stellen. Ze eisten nu in een spoedprocedure groen licht voor de deal.

Maar volgens voormalig ziekenhuisdirecteur Aysel Erbudak is de verkoop onrechtmatig nu de erven Schram geen zeggenschap meer hadden over hun belang. Die hadden via een aandelenemissie een lening van 5 miljoen euro omgezet in aandelen. Het belang dat Erbudak en haar kinderen hadden via Meromi Holding, verwaterde daardoor tot minder dan 1 procent. De Ondernemingskamer gelastte daarop een onderzoek naar mogelijk wanbeleid bij Delta Onroerend Goed, de holding van de familie Schram.

Winter zei niet op de hoogte te zijn geweest van het onderzoek bij Delta. Inmiddels had hij voor de overname overeenstemming met Zorgverzekeraar Achmea en huisbank ING bereikt. Ook de raad van bestuur, raad van commissarissen, het bestuur van de medische staf, ondernemingsraad en cliëntenraad van het Slotervaart schaarden zich achter de overname. Volgens hen is er haast geboden bij de deal omdat het Slotervaart er financieel slecht voor staat.

Erbudak voerde aan dat de cijfers die dit moeten aantonen, zijn gemanipuleerd door twee daarvoor ingehuurde externe deskundigen die banden zouden hebben met de MC Groep. Volgens de voormalige bestuursvoorzitter wordt het ziekenhuis na verkoop aan de MC Groep „gesloopt en in stukken geknipt”.

De Ondernemingskamer is van oordeel dat ten minste een deel van de door Erbudak gestelde feiten en omstandigheden vragen oproepen. Het rechterlijk college gaat ervan uit dat de onafhankelijk bestuurder bij haar beslissing met een en ander rekening zal houden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer