Gelderland blijft Vrijheidsmuseum steunen
ARNHEM (ANP). Gelderland had er woensdag uren voor nodig, maar uiteindelijk is besloten dat de provincie het nieuwe nationale Vrijheidsmuseum WO II, dat in Nijmegen moet komen, blijft steunen. De provincie geeft de projectorganisatie alvast 2 ton van de totaal toegezegde subsidie van 6 miljoen euro om verder te kunnen gaan met de plannen.
Nederland heeft nog geen nationaal museum waarin alles rond de Tweede Wereldoorlog wordt belicht. Er zijn op dit moment nog 67 meest kleine musea die op deelonderwerpen ingaan, maar verwacht wordt dat veel van die particuliere musea in de komende jaren zullen verdwijnen doordat de generatie die de oorlog nog meemaakte, uitsterft.
Het Vrijheidsmuseum WO II moet vergelijkbaar worden met het oorlogsmuseum in Caen in Frankrijk en het WO I-museum in Ieper in België. Het moet gehuisvest worden in een fabriekspand in Nijmegen. Maar dat is nu een culturele broedplaats. Het is nog niet duidelijk waar de kunstenaars ondergebracht moeten worden, ondanks het feit dat Nijmegen de komst van het museum steunt en er ook miljoenen voor uittrekt.
Het Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) is initiatiefnemer van het Vrijheidsmuseum en trekt er als derde partij 6 miljoen euro voor uit. De drie geldschieters stellen voor elke bijdrage de voorwaarde dat de andere partners ook geld op tafel leggen. Daarom was het voor het museum uiterst belangrijk dat de Gelderse Staten het groene licht zouden geven.
Veel Statenfracties maken zich met betrokken gemeenten zorgen om de toekomst van kleinere, maar wel bekende musea, zoals het Airborne Museum in Oosterbeek, het Oorlogsmuseum in Overloon en het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek. Deze musea moeten het Vrijheidsmuseum WO II gaan ondersteunen met een eigen, specialistische collectie, maar gevreesd wordt dat zij niet kunnen overleven. Het vfonds heeft toegezegd ook geld te zullen geven aan de zeer noodzakelijke opknapbeurt voor deze kleinere musea.