Moord toch op aanklacht tegen agent
DEN HAAG (ANP). Op de tenlastelegging tegen de agent die terechtstaat voor het neerschieten van de 17-jarige Rishi in Den Haag , is maandagochtend de verdenking moord toegevoegd. Officier van justitie Wouter Bos wil daarmee tegemoetkomen aan de wens van de nabestaanden van het slachtoffer.
Bos benadrukte dat hij vindt dat van voorbedachten rade geen sprake is en hij zal dan ook vrijspraak vragen voor moord. Aanvankelijk werd de agent vervolgd voor doodslag. Moord is juridisch een zwaarder delict dan doodslag omdat de dader tijd heeft gehad om na te denken over de gevolgen van zijn daad.
Advocaat Michael Ruperti van de nabestaanden van Rishi had om uitstel van de zaak gevraagd, omdat zij een beklagprocedure waren begonnen om het Openbaar Ministerie te dwingen de agent te vervolgen voor moord. Daarom hadden zij om uitstel van het proces gevraagd.
Bos vindt uitstel onwenselijk omdat de zaak „als een zwaard van Damocles” boven het hoofd van de verdachte hangt. Hij koos er daarom voor te vragen de tenlastelegging te wijzigen. Nu moord op de aanklacht staat, kan de rechtbank de verdachte daar ook voor veroordelen.
Tijdens de zitting werden drie deskundigen bevraagd over schiettrainingen bij de politie. Bij de verschillende regionale korpsen bestaan er verschillen in de opleiding. Volgens de verdachte is er bij de politie geen tot weinig tijd voor praktijktrainingen. Vanuit de opleiding zou worden geadviseerd stilstaand te schieten. De agent zou ‘in beweging’ zijn geweest toen hij op Rishi schoot. „Je moet te allen tijde een weloverwogen schot plaatsen. Dat is per situatie afhankelijk”, zei de agent.
Hij begon in 2007 aan zijn opleiding en was sinds 2010 agent in Den Haag. Hij vertelde dat hij in die periode tien keer zijn wapen heeft moeten trekken vanwege vuurwapengevaarlijke verdachten, maar tot november 2012 schoot hij nooit.
Circa 3 maanden voor de fatale schietpartij was de agent betrokken bij de fouillering van een verdachte. Terwijl hij de handen van de verdachte op het dak van de auto hield, fouilleerde een andere agent hem. De verdacht begon zich vervolgens te verzetten en de agent rolde met hem over de grond. Daarbij zou de verdachte vier keer naar zijn broeksband hebben gegrepen. Achteraf bleek hij daar een doorgeladen wapen te hebben gehad.