Twijfels over echtheid joods badhuis Venlo
VENLO (ANP). De rekenkamer van de gemeente Venlo heeft harde kritiek op de gang van zaken rond het zogeheten mikwe, het gedoodverfde middeleeuwse joodse badhuis. Vlak nadat de middeleeuwse kelder in 2004 was opgegraven, wisten enkele direct betrokken al zeker: dit is een mikwe. Maar de rekenkamer omschrijft de rapportages daarover als onwetenschappelijk, bedrieglijk en misleidend.
Dat blijkt uit een rapport van de rekenkamer dat woensdagavond wordt voorgelegd aan de Venlose gemeenteraad.
Tot april dit jaar wisten bestuurders niets over onregelmatigheden bij de rapportages. Pas de laatste maanden groeiden de twijfels of het wel om een mikwe gaat. Het rapport laat zien dat en hoe tegenargumenten werden genegeerd of gebagatelliseerd en rapportages aangepast. Data zouden zijn gemanipuleerd, twijfels werden weggewuifd. Er was sprake van een tunnelvisie.
Met name gemeente-archeoloog Maarten Dolmans wordt zwaar bekritiseerd. Die zat mogelijk gevangen in een zelf geconstrueerde schijnwereld waarin zonder gezichtsverlies geen uitweg meer was, aldus de rekenkamer. Toen een collega van Dolmans ging twijfelen, werd hij onder druk gezet om zijn mond te houden.
Het Limburgs Museum bouwde een aparte vleugel aan om het ‘mikwe’ te huisvesten. Kosten 3,4 miljoen euro.
De rekenkamer beveelt nieuw onderzoek aan naar de opgegraven kelder. Onderzoek daarbij ook of de kelder mogelijk iets anders is geweest dan een mikwe, aldus de kamer.