Binnenland

Hoge babysterfte in Nederland

Nederland heeft van alle landen van de Europese Unie de hoogste babysterfte. Van de 1000 baby’s sterven er 7,4 voor de geboorte. Dat blijkt uit het onderzoek Peristat, dat in opdracht van de EU is verricht.

Binnenlandredactie
27 November 2003 11:56Gewijzigd op 14 November 2020 00:45

Duitsland kent een foetussterfte van 3,5 op de 1000, Zweden 3,9 en België 4,5. Ook in de eerste maand na de geboorte overlijden in Nederland relatief veel zuigelingen: bijna 4 op de 1000, terwijl het Europese gemiddelde 3 op de 1000 is. Zo ligt de sterfte als gevolg van een te laag geboortegewicht (minder dan 2500 gram) boven het gemiddelde.

De resultaten van het onderzoek zijn vandaag verschenen in het European Journal of Obstetrics and Gynaecology and Reproductive Biology.

Een van de mogelijke oorzaken van het hoge sterftecijfer is dat in Nederland weinig prenataal onderzoek gebeurt. Ongeveer 30 procent van de sterfte rond de geboorte kan worden verklaard uit de aanwezigheid van aangeboren afwijkingen. In andere landen worden veel meer prenatale onderzoeken, zoals bloedtests en echo’s, gedaan. Kinderen met afwijkingen worden dan geaborteerd. In Nederland overlijden deze kinderen vaker rond de geboorte.

Een andere mogelijke oorzaak is dat veel vrouwen in Nederland op latere leeftijd zwanger worden. De gemiddelde moederleeftijd bij het eerste kind is 29. Eenvijfde van de moeders is 35 of ouder bij de geboorte van een kind. Dit aandeel is alleen in Ierland en Spanje groter. Zwangerschappen op oudere leeftijd zijn risicovoller dan op jongere leeftijd.

Een derde mogelijke verklaring van de sterfte is dat Nederland terughoudend is met behandeling van veel te vroeg geborenen. Artsen behandelen deze kinderen alleen als ze worden geboren na een zwangerschap van 27 weken. In andere Europese landen worden kinderen van 24 of 25 weken al intensief behandeld. Daardoor is er minder sterfte maar komen er wel meer kinderen met handicaps.

Verder is het percentage meerlingen in Nederland op twee na het hoogst in Europa. Dat komt omdat vrouwen op hogere leeftijd kinderen krijgen en om zwanger te worden vruchtbaarheidsbehandelingen ondergaan. Die leiden vaker tot het verwachten van meerlingen, die vaker eindigen in vroeggeboorte of sterfte.

Ook heeft Nederland veel allochtone moeders, een groep met hogere babysterfte rond de geboorte. Dat is echter geen afdoende verklaring, want ook een land als Duitsland telt veel allochtonen.

De Nederlandse traditie om thuis te bevallen (nu: een op de drie gevallen) biedt evenmin een verklaring, stellen de onderzoekers, prof. dr. J. Nijhuis, hoogleraar verloskunde in het Academisch ziekenhuis in Maastricht, en dr. S. Buitendijk, perinataal epidemioloog van TNO Preventie en Gezondheid. Zij vertegenwoordigen Nederland in het Europese onderzoek.

Mogelijk zal het sterftecijfer iets verbeteren nu kinderen in stuitligging vaker met de keizersnede worden geboren, veronderstellen zij. In het buitenland is dat al langer het geval.

Nijhuis noemde Donderdagmorgen in Trouw de cijfers zeer verontrustend en frustrerend. Nederland was lange tijd gidsland op het gebied van zwangerschap en geboorte. Nijhuis bepleit een betere registratie van zwangerschapsgegevens. Geldgebrek en privacyregels bemoeilijken dit. Ook wil hij meer prenatale screening.

Nijhuis vindt het moeilijk een eenduidige verklaring te geven. Zo heeft Nederland twee keer zo veel vroeggeborenen als Zweden. Mogelijk komt dit door een betere gezondheidszorg of het langere zwangerschapsverlof in Zweden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer