Dat blijkt uit een evaluatie van de Stuurgroep Veligheidshuis die daarmee zicht wilde krijgen op de effectiviteit van deze aanpak. In Amsterdam daalde de recidive en het aantal misdrijven ook door een vergelijkbare aanpak op jongeren die op de ranglijst van 600 jeugdige veelplegers staan. Hetzelfde effect is nu ook te zien in Rotterdam.

In een periode van ruim een jaar - van voorjaar 2012 tot zomer 2013 - kregen 679 personen een individueel plan van aanpak opgelegd. Zij pleegden overvallen, straatroven en/of woninginbraken, de zogeheten high impact crimes (HIC). Ongeveer een derde van deze groep zit nog achter de tralies. Van degenen die uit de gevangenis kwamen, ging bijna niemand daarna opnieuw de fout in.

Tegelijkertijd zag het veiligheidshuis een flinke daling van het aantal straatroven: van 1122 in de eerste 10 maanden van vorig jaar tot 753 in dezelfde periode van dit jaar. Het aantal overvallen in vergelijking met dezelfde periodes daalde van 191 naar 134. De woninginbraken en pogingen daartoe zakten in diezelfde maanden van 3490 naar 3438.

De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb is „voorzichtig optimistisch” over de cijfers. „Bepalend voor dit succes is de combinatie van preventie en repressie: het vroegtijdig signaleren en het in beeld en in de greep hebben van daders gedurende het gehele proces: voor het vonnis en na het vonnis, tijdens detentie en na detentie.”

In een brief aan de raad wil Aboutaleb nog geen gedegen conclusies trekken, omdat daar een langere onderzoeksperiode voor nodig is. Daarom blijft de intensieve aandacht voor de high impact crimes een belangrijke pijler van het woensdag gepresenteerde actieprogramma Veiligheid 2014-2018 van Rotterdam.