Bemiddelaar: Vergeven is groot goed
Slachtoffer en daders na misdrijven en verkeersongevallen tot elkaar brengen. Om zo herstel te bewerkstelligen. Dat is het doel van Slachtoffer in Beeld, een zusterorganisatie van Slachtofferhulp.
Slachtoffer in Beeld bemiddelt in gesprekken op locatie tussen dader en slachtoffer. Groepsgesprekken zijn ook mogelijk. De organisatie begeleidt verder briefwisselingen tussen slachtoffer en dader. Jaarlijks ontvangt Slachtoffer in Beeld 1700 aanmeldingen van slachtoffers, daders en verwijzers om via bemiddeling met elkaar in contact te komen.
Enkele weken geleden werd bekend dat Slachtoffer in Beeld meedoet aan een aantal pilots rond herstelgesprekken. De organisatie doet onder meer mee met een proef waarbij de bemiddeling vanuit de rechterlijke macht wordt gevraagd.
„Overval heftig voor slachtoffer”
Hij handelde in drugs en pleegde gewapende overvallen. De 29-jarige Jengo Amadi (die in werkelijkheid anders heet) leerde door een gesprek met slachtoffers hoeveel impact een overval op hen heeft.
Zeker vijf gewapende overvallen op fastfoodketens pleegde de in Curaçao geboren Amersfoorter. „We hanteerden telkens een vast patroon. We lokten de manager naar achteren en eisten geld uit de kluis of uit de kassa.” De overvallers dreigden met wapens en knevelden hun slachtoffers. „Dat geeft bij de slachtoffers natuurlijk angst.”
In hoger beroep kreeg Amadi 6,5 jaar cel. Hij zat zo’n vier jaar achter de tralies. „In de gevangenis ben ik tot geloof gekomen. Ik kreeg schuldgevoelens over wat ik heb gedaan. Ik dacht: Ik ben klaar met criminaliteit.”
Amadi wilde contact met slachtoffers. „Ik kan de overvallen niet ongedaan maken, maar kan wel mijn excuses aanbieden. Ik voel me schuldig tegenover anderen. Ik wil berouw tonen, zonder dat dat gemaakt overkomt. Als ik slachtoffers geen excuses zou aanbieden, zou ik na mijn gevangenistijd niet werkelijk vrij man zijn.”
Een bemiddelingsgesprek met een slachtoffer („een jonge meid”) maakte indruk op Amadi. „Ze had bij een overval een pistool tegen haar lichaam gehad. Dat is voor haar heel heftig geweest. Toen ik haar ontmoette wilde ze me eerst geen hand geven. Ze straalde uit: Blijf uit mijn buurt. Ze wilde weten waarom ik de overval had gepleegd. Ik vertelde dat hebzucht de reden was. Ik wilde aan dure spullen kunnen komen.”
Amadi kwam er in het gesprek achter dat de bedreiging met een vuurwapen een ongekende impact had op het slachtoffer. „Ze kon een tijdje niet werken. Zo’n bedreiging kan iemand voor het leven tekenen. De consequenties van een bedreiging waren veel groter dan ik van tevoren had gedacht.”
Amadi hield een positief gevoel over aan het gesprek. „Op het laatst keek ze me aan en ik kon haar zelfs een hand geven. Door het gesprek aan te gaan heb ik iets gedaan wat juist is. Voor mezelf en voor een ander. Ik heb tegen het slachtoffer gezegd dat ik voor haar bad. Dat vond ze lief.”
Ook aan een gesprek met een ander vrouwelijk slachtoffer van een gewapende overval bewaart Amadi goede herinneringen. „Zij kwam met haar moeder op het gesprek. Ze wilde weten wie de persoon was achter de bivakmuts. Ik merkte bij haar iets van verbazing. Ik had een aardige buurman van haar kunnen zijn.”
De Amersfoorter voerde ook diverse briefwisselingen via Slachtoffer in Beeld met slachtoffers, waarin hij berouw toonde. „De één reageerde in de trant van: Goed dat je excuses maakt. De ander zei: Ik wil niks meer te maken hebben met wat er is gebeurd.”
Amadi, die over zijn leven het boek ”Eens een boef… Een aangrijpend verhaal over de weg naar vrijheid” schreef, geeft heden ten dage voorlichting op scholen. Waarbij hij jongeren wil behoeden voor een crimineel leven. „Ik vertel wat voor impact een overval heeft op gezinnen, op de maatschappij. Ook waarschuw ik bijvoorbeeld voor videogames waarin geweld wordt verheerlijkt.”
„Vergeven lukt me nog niet”
Ze werd, samen met haar collega, tijdens een overval in een schoenenzaak gekneveld en bedreigd met een mes. Sharon de Groot (37) uit Rotterdam had later een gesprek met een van de jeugdige daders.
„Het gesprek met de dader was een goeie stap. Ik kon zo in zekere zin een punt achter de zaak zetten. Ik heb er geen spijt van”, zegt De Groot. „Maar de dader vergeven lukt me nog niet. Misschien later.”
De oudejaarsdag van 2012 zal De Groot niet vergeten. Ze maakte als filiaalhoudster van een schoenenzaak in Capelle aan den IJssel een overval mee. Een traumatische gebeurtenis. „Die dag waren een collega en ik even met z’n tweeën in de winkel. Op een gegeven moment kwamen er twee jongens binnen. Ik had er een slecht gevoel bij.”
Het duo heeft het op de kluis in het magazijn van de winkel voorzien. De twee deinzen er niet voor terug om De Groot en haar collega te bedreigen met een mes. Aanvankelijk biedt De Groot verzet, maar ze stopt dat verzet als ze haar jonge collega gekneveld en op haar knieën ziet zitten. „Ik zag haar met haar grote angstogen naar me kijken. Dat was heel heftig. Mijn hart brak. Ik besloot om mee te werken en de sleutels van de kluis te geven. Er lag ongeveer 2500 euro in de kluis. Ik hoopte dat de daders, met het geld, snel zouden vertrekken en ons niets zouden aandoen.” Ook De Groot wordt, net als haar collega, gekneveld en krijgt tape over haar mond.
Bizar is het moment dat de twee Turkse jeugdige overvallers zeggen te gaan bidden voor de twee winkelmedewerksters. „Ze baden tot Allah voor ons geestelijk welzijn, zeiden ze. Dat gebed deden ze in het Arabisch.” Uiteindelijk gaat het tweetal er met het geld vandoor. De twee medewerksters weten zich te bevrijden. Een minuut of zes later staat de politie in de schoenenzaak.
De daders worden enkele maanden later opgepakt. Ze worden bij een overval in Oud-Beijerland ingerekend en kunnen worden gekoppeld aan de overval op de schoenenzaak in Capelle aan den IJssel.
De overval heeft er bij De Groot en haar collega ingehakt. „We zijn allebei bedreigd met een groot mes. Ik was de maanden na de overval een schim van degene die ik daarvoor was. Ik had vluchtneigingen. Ik kon in de winkel niet goed functioneren. Ik sliep slecht en kon in een gesprek met een klant zo in huilen uitbarsten. In zekere zin ben ik voor heel mijn leven gestraft.”
Enkele maanden geleden kon De Groot de moed opbrengen om, via Slachtoffer in Beeld, de dader te ontmoeten. „De Turkse jongen zei dat de overval hem speet en dat hij zich schaamt. Toen hij dat zei, keek hij me niet aan. Dat hoort kennelijk bij de islamitische cultuur.”
In het gesprek vernam ze dat de twee overvallers vanuit een nabijgelegen flatwoning de schoenenzaak een tijd voorafgaand aan de overval in de gaten hebben gehouden. „Ik vond dat best eng om te horen.”
„Vergeven is een groot goed”
Sinds zes jaar brengt ze slachtoffer en dader bij elkaar. Met als doel herstel te bewerkstelligen. Francis Bakker, bemiddelaar bij Slachtoffer in Beeld: „Een slachtoffer wil het gezicht achter een masker zien.”
Aan een gesprek tussen dader en slachtoffer gaat een traject vooraf, schetst Bakker. „Een gesprek kan plaatsvinden op initiatief van bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming, jeugdzorg of Slachtofferhulp. Als bemiddelaar spreek ik eerst zowel slachtoffer als dader afzonderlijk. Wat zijn iemands verwachtingen? Motieven? Het komt voor dat een dader alleen maar zegt: Ik wil zo’n gesprek omdat mijn advocaat me dat aanraadt en ik daardoor misschien een lagere straf krijg. Als dat de enige reden is, gaat het herstelgesprek wat mij betreft niet door.”
Voor een slachtoffer kan een herstelgesprek met de dader leiden tot minder angstgevoelens bij het slachtoffer, stelt Bakker, die inmiddels een paar honderd gesprekken tot stand heeft gebracht. „Denk aan een gewapende roofoverval. Het slachtoffer zag tijdens de overval iemand met een masker op. Na de overval is ze angstig, ze vertrouwt mensen niet meer. Iedereen kan de dader zijn. Als ze het gezicht achter dat masker ziet, kan ze andere mensen als dader uitsluiten. Het gesprek kan tot gevolg hebben dat als het ware de menselijke maat terugkeert.”
Verder kan een herstelgesprek ertoe leiden dat het slachtoffer antwoord krijgt op vragen. „Dan gaat het om vragen als: Had de dader een vooropgezet plan om bijvoorbeeld een overval te plegen? Heeft hij het slachtoffer lang gevolgd? Had hij het speciaal op het slachtoffer gemunt of was er sprake van een toevallig slachtoffer? In het geval van een verkeersongeval kan de veroorzaker aan een nabestaande misschien duidelijk maken wat de laatste woorden van een slachtoffer waren.”
Ook het vergeven van de dader kan voor een slachtoffer reden zijn om aan een herstelgesprek deel te nemen. „Ik zie dat motief nogal eens bij mensen uit kerkelijke kring. Vergeven is een heel groot goed. Maar niet iedereen is in daartoe in staat.”
Motief van de dader om aan een herstelgesprek mee te doen is de mogelijkheid te benutten om excuses aan te bieden, zegt Bakker. „Bij de dader kunnen schaamtegevoelens leven. Hij kan in het gesprek verantwoording afleggen en hij kan proberen de angst bij het slachtoffer te verminderen.”
Daders zijn na een herstelgesprek vaak „opgelucht”, weet Bakker. „Voorafgaand aan het gesprek is er meestal spanning. Er vindt immers een directe confrontatie met het slachtoffer plaats. De dader krijgt de kans een andere kant van zichzelf te laten zien.”
Mislukken herstelgesprekken weleens? Bakker: „Ik kom dat nauwelijks tegen. Daders die alleen uit zijn op strafvermindering vallen meestal in het voortraject al af. Dan komt het niet eens tot een gesprek. ”
Nabestaanden zijn het niet altijd eens over een herstelgesprek. „Bij moordzaken zie ik nog wel eens dat één nabestaande een gesprek met de dader wil, en dat de rest van de familie daar niet voor openstaat. Iedereen verwerkt een gebeurtenis op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Het helpt een slachtoffer of nabestaande als zijn omgeving de behoefte aan herstelbemiddeling respecteert en steunt.”
Sommige gesprekken geven Bakker veel voldoening. „Ik denk aan een zaak waarbij een vader was verongelukt bij een verkeersongeval. De veroorzaker van dat ongeval, die per ongeluk een fout had gemaakt, was zó aangeslagen. Ook zijn partner was verdrietig. De veroorzaker ging in gesprek met een grote groep nabestaanden. Beide partijen troostten elkaar.”