Zondvloed verovert een plaats in de geologie
ASSEN. Met het oorspronkelijke granieten rotsgesteente van de aarde is iets merkwaardigs aan de hand: het lijkt alsof een vrouw met een reusachtige stofzuiger alles heeft schoongezogen en glad heeft afgeschaafd.
„Veel geologen beseffen niet dat dit iets vreemds is”, stelde Guy Gérard zaterdag op de dertiende conferentie die de werkgroep ”Geloof jij het?” dit jaar heeft georganiseerd rond de expositie van de Dode Zeerollen in Assen. De geofysicus, werkzaam aan een Canadese universiteit, spreekt op de conferentie onder pseudoniem.
Gérard legt uit dat alle gesteenten onderworpen zijn aan zogeheten differentiële erosie, een geologische wetmatigheid: „Gesteenten slijten af door water, weer en wind; harde rotsen minder snel dan zachte.”
Differentiële erosie is te herkennen aan de onregelmatige trapvorm van rotsen, de zogeheten terrassen waarin duidelijk lagen zijn te onderscheiden. Het afgesleten gesteente spoelt vervolgens naar de zee en vult als sediment de kuststrook op.
Het sediment wordt na enige tijd hard als steen. Dit nieuwe gesteente sluit naadloos aan op het oude, maar het is anders van samenstelling en opbouw dan de oorspronkelijke rots. Dit verschijnsel heet discordantie.
Het treedt ook op bij het oorspronkelijke granieten rotsgesteente van de aarde. „Merkwaardig genoeg is deze ‘sokkel’ echter glad afgesleten, alsof een vrouw met een reusachtige stofzuiger alles heeft schoongezogen en geëgaliseerd; van terrasvorm is niets te bespeuren.”
Erosie
Volgens de Canadees zal regelmatig opdringend en terugtrekkend water rotsen niet afvlakken. Veel geologen zoeken daar de verklaring wel, maar dan had er een terrasvorm door differentiële erosie zichtbaar moeten zijn. „Het is echter duidelijk resultaat van een eenmalige heftige gebeurtenis.”
Een aantal lagen die op het afgevlakte granieten fundament heen zijn afgezet, bestaan uit een mengsel van fijn sediment en rotsblokken door elkaar. Wat Gérard betreft ligt hier de sleutel tot het begrijpen van de afgeschaafde sokkel. „Modderwater met grote brokken steen ontwikkelt een enorme verwoestende kracht.” Dat heeft de granieten sokkel volkomen schoongeveegd. „Van het oorspronkelijke landschap is echt niets meer over.” Het materiaal is daarna in vlakke lagen over de continenten uitgespreid. „Het is niet afkomstig van een afgesleten rots in de buurt, maar is van elders aangevoerd.”
Gerárd concludeert dat stijgend en zich terugtrekkend water de oorzaak van de opbouw van de aardlagen niet kunnen zijn. „Toen ik dit noemde op de universiteit waar ik werk, beseften de geologen dat dit een probleem is voor de gangbare theorie.”
Drumlins
Aan het huidige aardoppervlak ontdekte Gérard ook iets opzienbarends. Kilometers brede stroken in het Canadese Alberta bestaan uit langgerekte heuvels van enkele honderden meters lang, zogeheten drumlins, die lopen van noord naar zuid. Volgens de gangbare geologie zijn deze gevormd door ijs. Maar volgens de Canadese geofysicus klopt dat niet: ijsbewegingen vormen geen drumlins, maar schuren de bodem kaal. „Er is sprake van zogeheten ”sculptured forms” – vloeiend gebogen structuren die wijzen op de invloed van water.”
Gérard ontkent niet dat er ijs aanwezig is geweest bij de vorming van drumlins. „Maar het gangbare idee dat ze zijn gevormd door ijs is onjuist; die zijn ontstaan door stromend water onder het ijs.”
Momenteel begeleidt de Canadees een aantal studenten die veldonderzoek doen naar sculptured forms. De voorlopige uitkomsten bevestigen zijn ideeën.
Pleit Gérard er dus eigenlijk voor om een wereldwijde zondvloed een plaats te geven binnen de geologie? De Canadees glimlacht fijntjes. „Die conclusie mag u zelf trekken. Ik breng data in de openbaarheid en stel de juiste vragen. Zo kan ik meedoen in de wetenschap.”