Kamer huiverig voor open markt inburgering
De Tweede Kamer is huiverig voor het vrijgeven van de markt voor inburgeringscursussen. Zowel regeringspartijen CDA en VVD als de oppositie uitten de vrees dat de huidige aanbieders van de cursussen, de Regionale Opleidingscentra (ROC’s), het kind van de rekening worden.
De Kamer sprak woensdag haar zorgen uit tijdens een overleg met staatssecretaris Nijs (Onderwijs). Vorige week trokken de ROC’s van de vier grote steden hard aan de bel. Een aangekondigde bezuiniging van 57 miljoen op inburgering en opheffing van het monopolie van ROC’s op de cursussen zou hen zoveel omzet schelen, dat investeringen in huisvesting en personeel erbij in schieten.
De PvdA repte van dreigende kapitaalvernietiging als de ROC’s die al een paar jaar ervaring hebben met inburgeringscursussen, deze grotendeels kwijt zouden raken aan andere opleiders. VVD en CDA maanden Nijs ervoor te zorgen dat de ROC’s, waar zij verantwoordelijk voor is, niet de dupe worden van een maatregel bij een andere departement (Justitite).
Nijs zegde toe met minister Verdonk (Integratie) te overleggen over een „ordentelijk" verloop van de invoering van de marktwerking. Ze tekende erbij aan de noodkreet van de ROC’s overdreven te vinden. Voor hun omzet zijn de vier opleidingscentra in de grote steden gemiddeld slechts voor 5 procent afhankelijk van inburgeringscursussen, zo rekende ze voor.
Bovendien zou het opengooien van de markt niet meteen betekenen dat de ROC’s al hun cursisten kwijtraken. „Gemeentes zouden wel gek zijn om de expertise van ROC’s aan de kant te schuiven" zei Nijs. „ROC’s zouden iets meer zelfvertrouwen moeten tonen."
In de plannen van Verdonk zijn gemeentes echter nauwelijks nog verantwoordelijk voor inburgeringscursussen. Gemeentes worden voor 57 miljoen gekort op het inburgeringsbudget. Allochtonen moeten zelf een cursus gaan zoeken.
De Kamer vroeg zich in het overleg over het beroepsonderwijs verder af of het wel zin heeft om met iedere opleiding afspraken over hun prestaties te maken, zoals de staatssecretaris van plan is. Het gaat dan vooral om het beperken van het aantal uitvallers. Een akkoord met de sector als geheel zou voldoende zijn. Bovendien zouden opleidingen die de afspraken niet halen, niet gekort mogen worden. Nijs zei dat dat ook niet haar inzet was. Later komt ze met uitgewerkte voorstellen voor de prestatieakkoorden.