„Ik vind dat klanten bezig moeten zijn met hun terugkeer naar betaald werk, en niet boete hoeven te doen voor het feit dat ze geld ontvangen van de overheid.” De strengere regelgeving voor bijstandsgerechtigden is volgens Van Es „gebaseerd op meer wantrouwen ten opzichte van de hele groep. In een tijd die getekend is door oplopende werkloosheid en afnemende baankansen. Ik ben er van overtuigd dat dat contraproductief is.”

De wethouder noemde als „frappant voorbeeld” de optie van het Rijk om vrijwilliger te zijn voor de verkiezing van weerman van de buurt. „Geweldig, als iemand dat graag doet, daarvoor het huis uitkomt, actief wordt en meedoet in de buurt. Maar verplicht? Als tegenprestatie voor je uitkering?”

De voorgestelde sanctiemaatregel - 3 maanden geen uitkering - ondermijnt volgens de wethouder het sociale beleid in de hoofdstad, waar dagelijks „een afweging wordt gemaakt tussen regels en moraliteit”. Van Es: „Niet doen, zeg ik tegen het kabinet, slecht idee.”

Amsterdam meent dat vrijwilligerswerk alleen zinvol is als het helpt om aan werk te komen, zoals een werkloze journalist die aan de slag gaat bij een lokaal radiostation. Van Es zegt dan ook „tamelijk streng” te zijn jegens jongeren die moeilijk aan het werk komen. „De lat ligt hoog voor jongeren. Dat betekent ook dat ze werk moeten accepteren dat niet hun eerste keuze is.”

In de hoofdstad is 20 procent van de jongere beroepsbevolking werkloos. Onder jongeren met een migrantenafkomst zit 40 procent op de bank. Daarin is Amsterdam een van de koplopers in Nederland.