„Overvaller rekende niet op verzet juwelier”
DEN HAAG (ANP). Sandro G., die in hoger beroep terechtstaat voor de fatale overval op de Haagse juwelier Ruud Stratmann, had er vooraf geen rekening mee gehouden dat zijn slachtoffer zich zou verzetten. „Ik had niet gerekend op weerstand. Ik wilde zo snel mogelijk weg. Toen sloeg de paniek toe. Zware paniek gewoon”, zei hij maandag bij het gerechtshof in Den Haag.
Uiteindelijk schoot G. drie keer. Een keer in het plafond en twee keer raakte hij de Haagse juwelier.
Bij het hof staan 3 mannen terecht voor de overval op 25 april 2012. Naast G. zijn dat Ziya B., die in de winkel met een nepwapen dreigde, en Lasha G. die de chauffeur van het stel zou zijn geweest. De rechtbank veroordeelde Sandro tot 13 jaar, Ziya tot 11 jaar en Lasha tot 5 jaar. Het Openbaar Ministerie (OM) had toen tegen beide overvallers 18 jaar geëist, tegen Lasha 15 jaar.
Beide mannen bleven bij hun verklaring dat ze een overval wilden plegen omdat ze schulden hadden. Lasha zegt zich niet te kunnen herinneren of hij als chauffeur optrad. Hij sluit het ook niet uit, maar hij gebruikte veel drugs in die periode, zei hij. Hij wist in ieder geval niet dat de mannen een overval gingen plegen, beweerde Lasha voor het hof.
De overvallers schreeuwden naar Stratmann, vuurwapens op hem gericht, dat de deur open moest. Die was automatisch dichtgegaan als gevolg van een veiligheidssysteem. Sandro G. liep het pand door, op zoek naar een andere uitgang, terwijl Ziya B. zijn nepwapen op de juwelier gericht hield.
Toen G. geen andere uitgang vond en terugkwam in de winkel, schoot hij in „een reflex van paniek” de 47-jarige Stratmann neer. Die had pepperspray gebruikt tegen de overvallers. B. zou niet hebben geweten dat G. een echt wapen had.
De rechtbank geloofde eerder niet dat G. uit paniek schoot. De rechters stelden vast dat G. schoot om bewust het verzet van de juwelier te breken.
Later op de dag maakt het Openbaar Ministerie (OM) de strafeis in hoger beroep bekend.