Ds. J. Westerink (CGK) vijftig jaar predikant
URK. Zijn eerste preek vergeet hij niet meer. Met trillende handen stond hij onder aan de kansel. De ouders van een vriend waren vooraan gaan zitten, want „anders was hij niet te verstaan.”
Ds. J. Westerink (74), christelijk gereformeerd emeritus predikant, herdenkt vandaag zijn vijftigjarig predikantsjubileum. Preken heeft hij echter „nog steeds niet in de vingers. Mensen zeggen weleens tegen mij: U schudt een preek vast uit uw mouw. Uit mijn mouw komt niets, antwoord ik dan. Ik weet me na vijftig jaar nog altijd sterk afhankelijk van de Heere. Het is een wonder als het Woord open mag gaan.”
De woonkamer en de hal van zijn huis in Urk staan vol bossen bloemen. Drie weken geleden herdachten ds. Westerink en zijn vrouw dat ze vijftig jaar getrouwd waren. „We hadden na ons huwelijk dus nog een tijdje om aan elkaar te wennen. Ik ken een predikant die slechts drie dagen had tussen zijn trouwdag en zijn bevestiging.”
Aan zijn eerste gemeente Kerkwerve in combinatie met Haamstede bewaart ds. Westerink goede herinneringen. „Mijn vrouw en ik waren respectievelijk 22 en 24 jaar toen ik daar begon. Eigenlijk nog een stel kinderen. Het was een jonge gemeente die voor een derde uit kinderen bestond. Ook waren er veel stellen van onze leeftijd. De mensen hebben veel van ons gehouden en veel geduld met ons gehad.”
Wat was het mooiste moment in uw loopbaan?
„Heel bijzonder was het toen op de avond van een tweede paasdag een zuster uit mijn eerste gemeente in de pastorie kwam. Ze moest een zware weg gaan en zei: „Door uw preek over Maria Magdalena van vandaag heeft de Heere mij in de ruimte gezet. Ik mag geloven dat de Heere Jezus ook voor mij is gestorven.” Het was de eerste keer dat iemand dat tegen mij zei. Ik vergeet het nooit meer.”
Wat betekent preken voor u?
„Het is het mooiste en belangrijkste werk van een predikant. Als ik vroeger in het buitenland op vakantie was, kon ik erg genieten van de schepping. Maar ik vond het heerlijk om weer naar huis te gaan. Er is geen mooier plekje dan de preekstoel. Om te verkondigen dat de Heere goed is voor slechte mensen.”
Welke preek vergeet u niet meer?
„Mijn eerste preek. Ik was student en zag er als een berg tegen op. Ik ben niet zo’n prater. Ouders van een vriend van mij waren op de eerste rij gaan zitten, omdat ze niet wisten of ik achterin wel te verstaan zou zijn. Na het votum kwam er zo’n rust over mij. Dat gaf de Heere. Een dergelijke ervaring raak je nooit meer kwijt.”
In hoeverre is uw prediking veranderd?
„Mijn geloofsleven heeft zich verdiept. Ik heb meer kennis van de Heere gekregen, meer zicht op de zondigheid van de mens en op het werk van de Heilige Geest. Als ik mijn eerste preken nog eens teruglees, denk ik: Wat hebben de mensen toch een geduld met mij gehad. Ze waren zo oppervlakkig. Het waren meer verhaaltjes. Ik zei dingen die boven mijn eigen kennis uitgingen. Mijn preken zijn nu meer doorleefd. Ik preek losser van mijn papier en probeer echt in gesprek te gaan met mensen.”
Hoe kijkt u aan tegen ontwikkelingen in uw eigen kerkverband? In het verleden hebt u aangegeven dat u zich zorgen maakte over de verharding van standpunten.
„Ik heb de indruk dat daarin een verandering is opgetreden. Ik proef nu een sfeer van onverschilligheid, van langs elkaar heen leven. Onze kerken groeien uit elkaar. Er zijn grote verschillen tussen gemeenten. Maar het lijkt wel alsof we ons er niet meer druk om maken. Aan de ene kant is het positief dat de Christelijke Gereformeerde Kerken de kunst verstaan om bij elkaar te blijven. Maar wat houdt eenheid nog in als iedereen zijn eigen weg gaat? De band wordt zo wel erg los en lijkt meer een rekverband te worden.”
In De Wekker schreef u begin dit jaar dat een opdeling van de CGK tussen de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt niet ondenkbaar is.
„Zo’n splitsing wens ik niet, maar ik acht die kans wel aanwezig. Momenteel lijkt er iets van een keuzemogelijkheid te ontstaan. De rechterflank zoekt toenadering tot de hersteld hervormden, de linkerflank tot de vrijgemaakten. Wat voor effect heeft deze ontwikkeling? Ik durf daar niet veel over te zeggen, maar ik maak me er wel zorgen over. Ik hoop van harte dat onze kerk één blijft. Wij hebben een boodschap voor Nederland.”
U hebt veel contacten met jongeren. Wat heeft u met hen?
Lachend: „Wat hebben zij met mij? Ik ben een oude man. Blijkbaar vinden ze dat niet erg. Ik denk dat mijn voorliefde voor jongeren komt door mijn eerste gemeente. Het was een jonge, maar ook eenvoudige gemeente, met veel arbeiders en ambachtslieden. Ik heb er geleerd om op een begrijpelijke en laagdrempelige manier Gods Woord uit te leggen. Zonder kanseltaal, zonder preektoon. Ook in mijn andere gemeenten zaten veel jongeren. Hun openheid en vrijmoedigheid hebben iets moois. Ik trek graag met hen op. Laatst fietste er een jongen van een jaar of tien langs. Ik stond in de deuropening om iemand uit te laten. Hij riep: „Dominee, je hebt zondag mooi gepreekt.” Prachtig toch?”
Een collega-predikant in Urk, ds. C. P. de Boer, zei in een preek dat Urk een moeilijke plaats is voor christenjongeren. Deelt u die mening?
„Ik denk dat ik begrijp wat hij bedoelt. In Utrecht trokken kerkjongeren in de weekenden vaak samen op. De wereld van de stad en het uitgaansleven stonden ver van hen af. In Urk is de zuigkracht van de wereld dichterbij. Als al je vrienden uitgaan, wil je niet buiten de boot vallen. Niettemin is het aantal positief betrokken jongeren hier groter dan in andere gemeenten. Ik ben blij met de Urker jeugd. Gods Woord heeft veel beslag onder hen.”
Hoe kijkt u aan tegen de kerkelijke verdeeldheid?
„De echte eenheid ligt uiteindelijk in Christus. Als er een geloofsband met Hem is, geeft dat herkenning. De samenwerking van sommige gemeenten met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt vind ik een moeilijke kwestie. Als ik eens in gecombineerde gemeenten van CGK/GKV voorga, krijg ik niet zelden juist van vrijgemaakte ambtsdragers te horen dat ze de prediking die ik breng erg waarderen. Dat doet me goed, maar het maakt me ook bezorgd. Als een prediking van zonde en genade niet meer bij de GKV wordt gehoord, leidt samenwerking tot vervlakking.”
Hoe ziet u uw toekomst?
„Die is getekend in het slot van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. „Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onzen Heere.” Hier is mijn dienst onvolmaakt, maar in de hemel mag ik volmaakt de Heere dienen. Dan zal ik wellicht mijn vader, moeder en opoe, van wie ik zo veel geleerd heb, weerzien. En het Lam zien Dat geslacht is aan het kruis, voor mij. Daar raak ik niet over uitgedacht.”
Ds. J. Westerink
Jacob Westerink werd op 25 augustus 1939 te Elburg geboren. Tijdens zijn laatste jaar op het lyceum stierf zijn vader. Na het lyceum studeerde hij een jaar aan de Theologische Hogeschool te Kampen. Hij brak zijn studie af, omdat zijn moeder hem nodig had in de viszaak. In 1959 ging hij studeren aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Na zijn studie nam hij een beroep aan naar de combinatiegemeente Kerkwerve-Haamstede. Daarna volgden Nunspeet (1971), Urk-Maranatha (1976), Bunschoten-Spakenburg (1987), Utrecht-West (1999) en voor de tweede keer Urk-Maranatha (2005). Ds. Westerink schreef diverse boeken, onder andere over de kleine profeten uit het Oude Testament.
Lees ook in Digibron:
Urk-Maranathakerk: afscheid ds. Westerink
Een samenbinder vertrekt – interview met ds. Westerink
De Heere weet een mens gelukkig wel klein te houden : interview met ds. J. Westerink ivm emeritaat
Ds. J. Westerink bevestigd in Urker Maranathakerk
“Hart van de kerk klopt in de prediking” – interview met ds. Westerink
Ds. J. Westerink doet intrede in Utrecht-West
Ds. Westerink deed intrede te Bunschoten