Volgens staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) heeft minder dan 1 procent van de Nederlandse klassen 30 leerlingen of meer, aldus de bond. „Onderzoek van de Algemene Onderwijsbond en de Radboud Universiteit weerspreekt deze stelling. Een op de zes scholen in het basis- en voortgezet onderwijs telt 30 leerlingen of meer”, meldde LIA zondag.

De organisatie vindt dat de klassengrootte volgend schooljaar naar maximaal 28 leerlingen moet. In een stappenplan van 3 jaar moet dat verder worden verminderd naar maximaal 24 leerlingen in een klas.

Dekker „neemt leraren niet serieus”, vindt voorzitter Peter Althuizen. „Het lijkt wel of hij vanuit een ivoren toren alle problemen in het onderwijs bagatelliseert. Voor de kwaliteit van het onderwijs zijn grote klassen funest.” LIA nodigt Dekker „van harte” uit om eens een dagje mee te lopen. „Zo kan hij zelf ervaren hoe het is om elke dag met 30 leerlingen of meer aan de slag te gaan.”

Volgens een woordvoerder van Dekker klopt het genoemde cijfer ‘minder dan 1 procent’ niet, maar zingt dat rond sinds het eens abusievelijk is genoemd. Uit eigen onderzoek van het ministerie van Onderwijs blijkt dat een basisschoolklas vorig jaar gemiddeld 22,8 leerlingen had. Op grote basisscholen (meer dan 400 leerlingen) bestond minder dan 5 procent van de klassen uit meer dan 30 leerlingen. Op wat kleinere basisscholen (201-400 leerlingen) was dat percentage 7,3 procent, aldus het ministerie. Dat kwam neer op 1 op de 14 klassen. Zulke statistieken bestaan echter niet over het voortgezet onderwijs, liet de zegsman weten.

Of Dekker op de uitnodiging ingaat, is nog niet duidelijk.