Scheidingskind kan niet kiezen tussen ouders
DORDRECHT. Hij was nog maar drie jaar toen zijn ouders scheidden. Zijn leven veranderde in „een huilende wildernis.” Hoe lang de gevolgen bleven? Gedeeltelijk tot de dag van vandaag. En dat is al meer dan een halve eeuw.
In alle openheid vertelde T. L. W. Brugmans (54) donderdagavond over zijn ervaringen als scheidingskind. Ds. J. Belder interviewde hem voor het donderdag gepresenteerde boek ”En ik dan?” Een aantal andere geïnterviewden ontbrak tijdens de bijeenkomst. „Ze hadden iets anders, zeiden ze”, meldde ds. Belder. Misschien waren er ook andere motieven: te pijnlijk, of angst voor herkenning. De predikant had er begrip voor.
Het boekje (uitgave van De Banier in Apeldoorn) belicht de diepingrijpende gevolgen van echtscheidingen voor kinderen. Zoals Brugmans, en zijn zusje. „Al was ik nog maar drie jaar, de ruzies staan op mijn netvlies. Ook op die leeftijd voel je al aan dat fundamentele dingen in je leven wankelen.”
Vader ging weg; zijn zoontje bleef achter, met zijn moeder en zijn zusje. Gedrieën waren ze vooral druk met gewoon doen: proberen te overleven, te functioneren als elk ander gezin, vooral niet opvallen. Een hecht team, „de drie musketiers”, maar er zat wel „iets verbetens” in. En dat zat er ook in de zorg van moeder voor haar kinderen. „Ze had alles voor ons over, maar gelukkig was ze niet.”
Boos was Brugmans niet op zijn ouders. „Ik was er te jong voor. Ik was later wel boos als anderen meenden de vaderrol te moeten aannemen en me corrigeerden. Dat werkte als een rode lap op een stier.”
Van een bezoekregeling was geen sprake. „Zo’n regeling moet je ook niet willen. Laat kinderen in één stabiele omgeving. Ik denk dat het egoïsme van de ouders is: we hebben recht op de kinderen.”
In het spreken over de ene ouder kan een scheidingskind het bij de andere ouder nooit goed doen, ervoer Brugmans. Pas rond zijn twintigste kon hij dit loyaliteitsconflict relativeren.
Verlatings- en bindingsangst bleven een rol spelen. „Geluk bleef iets breekbaars voor me. In tijden waarin ik het druk heb, schakel ik over op een veilige houding: gevoelloos doordieselen. Gelukkig corrigeert mijn vrouw me dan.”
Vol lof is Brugmans over de rol van de kerk. „Aan ds. H. van der Schaaf heb ik echt dierbare herinneringen. Hij deed niet overdreven. Geen verstikkende watten, geen gepamper.”
Brugmans ging met zijn vader –beide ouders zijn nu reeds lang overleden– het gesprek aan over de gevolgen van de echtscheiding. En vader zei: „Had ik dit geweten, dan had ik het niet gedaan.”
Pion, spion
Zestien mensen interviewde ds. Belder. Zestien van de velen. „Onder christenen is sprake van een inhaalslag. Ook het aantal vechtscheidingen neemt toe, vermoedelijk ook doordat er te lang wordt doorgemodderd, uit schaamte. Het kan dermate uit de hand lopen dat er gebeurt wat Salomo niet voor mogelijk hield: dat een kind verscheurd wordt. Zoals in Schoonloo, en nu in Reuver.”
Kinderen zijn de dupe van huwelijksconflicten, zei de Dordtse emeritus predikant. „Ze worden ingezet als pion, als spion, als boodschapper.” Kinderen In De Spagaat (KIDS), noemde Praktijk Den Uijl de hulp aan scheidingskinderen dan ook. Contextueel therapeut Jantine den Uijl-van Loon noemt het een ”zijnsloyaliteit”: „Vader en moeder gaven je het leven. Dat is onverbrekelijk; een bloedband is niet te wissen. Een kind wil dan ook niet tussen zijn ouders kiezen.”
Dat bleek toen een rechter aan een jongen van 12 vroeg bij wie hij wilde wonen. Na een minuut van aangrijpende stilte hief de jongen zijn hoofd op. „Zegt u het maar”, zei hij.