Oproep aan Kadaster om kaarten niet te vernietigen
BENNEKOM. Ongeveer 3,5 miljoen kaarten, zo’n 1200 strekkende meter archief van het Kadaster; Henk Deys uit Rhenen en René van der Schans uit Bennekom willen dat ze bewaard blijven. Anders gaat er volgens hen veel informatie over de bewoningsgeschiedenis van dorpen en steden verloren die (amateur)onderzoekers niet op een andere manier kunnen achterhalen.
In 1832 werd het Kadaster in Nederland ingevoerd als administratie van onroerend goed. Sindsdien zijn alle ruimtelijke veranderingen op perceelsniveau geregistreerd op zogenoemde kadastrale hulpkaarten. „Tot omstreeks de laatste eeuwwisseling kan via die hulpkaarten de ontwikkeling van elk perceel worden gevolgd. Je zou de kaarten kunnen typeren als ‘geboortekaartjes’, een soort burgerlijke stand van het grondbezit in Nederland.”
De kaarten zijn de enige bron waarmee de ruimtelijke ontwikkeling sinds 1832 precies is na te gaan op het niveau van huisje, boompje, beestje, aldus Van der Schans. „Elke splitsing of samenvoeging van een perceel, elke bebouwing of sloop, alles is vastgelegd. Die kaarten zijn waardevol cultuurhistorisch materiaal; we moeten er zuinig op zijn.”
Voor historisch onderzoek naar bezit en eigendom van gronden en huizen zijn de kaarten van essentieel belang, stellen Deys en Van der Schans. Ze weten het uit eigen ervaring. „Via de jaartallen op de kaarten kun je bijvoorbeeld ook gerichter zoeken naar bijbehorende correspondentie.”
Een juridische strijd via de rechtbank in Utrecht en de Raad van State om de hulpkaarten te behouden, is op niets uitgelopen, zo moesten Deys en Van der Schans de afgelopen weken concluderen. Als individuele burger konden ze geen vuist maken.
Hun hoop is nu gevestigd op een actie van een medestander, prof. dr. Frank Keverling Buisman uit Velp, oud-archivaris van het Gelders Archief. Hij wil voor elkaar krijgen dat de kaarten worden ondergebracht bij de regionale historische centra van Nederland.
Van der Schans, gepensioneerd landmeter, verdiept zich in de ruimtelijke ontwikkeling van Ede-centrum en delen van Rotterdam. „Van wijk Cool, in het centrum van Rotterdam, is ongeveer de helft van de percelen die zijn ontstaan in de periode 1830-1890 niet op algemene kadasterkaarten, maar uitsluitend op de hulpkaarten te vinden.”
Deys, kenner van de geschiedenis van Rhenen, heeft een soortgelijke ervaring. „Die oude kaarten vertellen zo veel. Ik ben daardoor veel over Rhenen te weten gekomen wat ik in andere bronnen niet had gevonden.”
Het Kadaster heeft het plan opgevat de kaarten als digitale scans bewaren en de originelen vernietigen. „Alsof je van de ”Nachtwacht” of van schilderijen van Van Gogh zou zeggen: gelukkig hebben we de foto’s en de scans nog”, reageert Deys.
Bovendien zijn nogal wat scans „zesjeswerk of echt onvoldoende”, aldus Van der Schans. „Door te zware compressie zijn potloodaantekeningen en allerlei lijnen in kleur soms niet of slecht overgekomen. Dat betekent helaas verlies van informatie.”
Deys, Van der Schans en Keverling Buisman willen over de kwestie nu verder in gesprek met het Kadaster. De oud-archivaris heeft bovendien ook hoogleraren en wetenschappers gemobiliseerd, die de registerinstantie inmiddels hebben bestookt met bezorgde brieven.
Het Kadaster heeft al aan briefschrijvers laten weten kennis te hebben genomen van hun zorg en hun reactie niet klakkeloos naast zich te zullen neerleggen. Desgevraagd wil woordvoerder Nienke Stavast van het Kadaster alleen kwijt dat de definitieve uitspraak van de Raad van State wordt afgewacht. „Tot nu toe is er niets vernietigd.”
Keverling Buisman hoopt dat de originele hulpkaarten behouden blijven. „Alleen al vanuit cultuurhistorisch oogpunt. De geboorte-, huwelijks- en overlijdensaktes van de Burgerlijke Stand, die vaak ook nog eens gekopieerd en gescand zijn, worden in tweevoud bewaard. Onbegrijpelijk dat dan van de burgerlijke stand van het grondbezit niet één origineel document bewaard zou blijven.”