Nederlander in Egyptische cel in dorststaking
CAIRO (ANP). De 25-jarige Nederlandse Ahmed D. die sinds half augustus vastzit in Caïro op verdenking van terrorisme, is maandag in dorststaking gegaan. De man stopte 11 dagen geleden al met eten omdat hij vreest geen eerlijk proces te krijgen. Zijn advocaat André Seebregts heeft dat dinsdag gezegd.
D. zegt afgelopen zaterdag opnieuw te zijn mishandeld in de Egyptische gevangenis. „Hij is bedreigd en in elkaar geslagen door het personeel van de gevangenis; kennelijk omdat hij in hongerstaking is. Zijn handen waren geboeid en hij had een doek over zijn hoofd”, vertelt Seebregts. Ook kort na zijn aanhouding zou D. zijn mishandeld. Een woordvoerder zegt dat het ministerie van Buitenlandse Zaken geen aanwijzingen voor de mishandeling heeft.
De advocaat heeft het ministerie geschreven dat D. „zo spoedig mogelijk” moet worden bezocht door een arts. „Ik begrijp dat mijn cliënt, sinds hij daar is aangehouden, niet één keer is bezocht door een arts, ondanks het feit dat hij daar herhaaldelijk om heeft gevraagd.” Volgens de woordvoerder is dat in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de gevangenisautoriteit. „Als dat niet gebeurt, kan Nederland de lokale autoriteiten daarop wijzen”, voegt hij daar aan toe.
D. zit bijna 80 dagen vast. Seebregts stelt dat hij sindsdien geen daglicht meer heeft gezien en dat hij nog niet voor de rechter is gebracht. D. wordt verdacht van lidmaatschap van een niet nader omschreven terroristische organisatie, het trainen van personen en contacten met terroristen. De verdachte weerspreekt alle beschuldigingen. Zijn advocaat wijst erop dat in Egypte tegenstanders van het huidige regime zonder grond worden opgepakt en vastgezet. D. woonde in Egypte en had plannen om met zijn vrouw naar Duitsland te verhuizen.
Seebregts dringt er bij Buitenlandse Zaken op aan dat D. zo snel mogelijk door de ambassade wordt bezocht. „Hij is niet meer bezocht sinds hij in hongerstaking is gegaan.” Buitenlandse Zaken zegt dat D. reguliere consulaire bijstand krijgt. Dat bestaat onder meer uit bezoek en de ambassade houdt zijn familie op de hoogte. „Maar Nederland treedt niet in de rechtsgang.”