Relatie Wereldraad en pinksterkerken blijft gevoelig
BUSAN. De relatie tussen de Wereldraad van Kerken en de pinksterkerken blijft gevoelig. Er zijn nog genoeg weerstanden over en weer op te ruimen. „De meeste pinksterkerken vinden de Wereldraad te liberaal.”
De Wereldraad van Kerken is niet meer zo representatief voor de wereldkerk als bij de oprichting in 1948. Een ferm statement van voorzitter dr. Walter Altmann deze week tijdens de assemblee in Busan. Oorzaak: de organisatie heeft te maken met een ondervertegenwoordiging van evangelische en pinksterkerken. Volgens Altmann vormen deze groeperingen zelfs de hoofdstroom van het wereldchristendom, dat zich steeds meer op het zuidelijk halfrond concentreert. Deze groepen zijn nu goed voor 600 miljoen aanhangers, de tweede groep na de Rooms-Katholieke Kerk.
Desgevraagd verwijst Altmann naar het Global Christian Forum (GCF) als hét geëigende forum waar de Wereldraad de banden met de evangelische en pinksterkerken zou moeten aangaan. Dit orgaan is in 2002 opgericht om een platform te bieden voor dialoog tussen de verschillende geloofsgroeperingen. De toenmalige secretaris dr. Konrad Raiser vond dat de Wereldraad geen effectief instrument hiervoor was.
Ir. Huib van Beek, oud-secretaris van het GCF en momenteel als adviseur voor dit forum in Busan aanwezig, zegt echter dat de Wereldraad terughoudend is met het toelaten van pinksterkerken. „Met name de Orthodoxe Kerken hebben huiver voor hen vanwege hun soms agressieve bekeringsijver. Dat is gebleken in Oost-Europa en het Midden-Oosten. De Rooms-Katholieke Kerk had ermee te maken in Latijns-Amerika. Omgekeerd staan ook veel pinksterkerken niet te springen om lid te worden van de Wereldraad. Ze hebben geen belangstelling of ze aarzelen om rechtstreeks met de Wereldraad contact te leggen.”
Het GCF wil, om uit deze impasse te komen, een platform creëren dat ruimte biedt voor alle confessionele tradities, zoals anglicanen, orthodoxen, katholieken, pentecostalen en evangelicalen.
De Amerikaanse pinksterpredikant Cecil Robeck, verbonden aan Fuller Theological Seminary (Californië, VS), heeft weinig verwachting van toenadering tussen de Wereldraad en pinksterkerken. „Er is een verschil van dag en nacht met de internationale pinksterconferentie in Kuala Lumpur, waar ik net vandaan kom. Daar wordt met overgave gezongen en God vanuit het hart geprezen. Hier klinkt alleen maar door wat voor grote zondaren we zijn en dat de wereld zo vreselijk is. Is er niets meer te zeggen?”
Veel vergaderingen van de Wereldraad zouden zich kenmerken door herhaling van dezelfde retoriek. „Ik hoor weinig van de proclamatie van het goede nieuws van het Evangelie, de aansporing van niet-christenen om tot geloof te komen. Voor veel pinksterkerken is de Wereldraad te liberaal, te zeer gestempeld door de cultuur in plaats van de Bijbel. Omgekeerd willen veel leden van de Wereldraad ons niet hebben omdat we te conservatief zijn.”
Arme kerk voor de armen
Een arme kerk voor de armen. Dat ideaal van paus Franciscus onderschreef de anglicaanse aartbisschop van Canterbury, Justin Welby, vrijdag in Busan. „Als gerechtigheid verzwakt, verdwijnt de hoop. Maar als de gerechtigheid bemind én geleefd wordt, krijgen de armen hoop en begint de hele wereld te zingen.”
Vrede en gerechtigheid kunnen niet zonder Christus, aldus de kerkleider. „Als we geen vrede met God door Christus hebben, kunnen we geen vredemakers zijn in de wereld. God roept ons ertoe op verzoende verzoeners te zijn, verzoend met God en met elkaar.”
De kerk moet naar zichtbare eenheid streven. Welby: „Alleen instituten die bereid zijn hun levens te verliezen ter wille van het goede nieuws van het Evangelie, zullen het leven in God vinden. Als anglicanen en als Wereldraad moeten we sterven om te leven.”