Ook heeft de GCHQ de AIVD in 2008 advies gegeven over het in de gaten houden van internetverkeer.

Uit documenten de GCHQ die in het bezit zijn van voormalig NSA-medewerker en klokkenluider Edward Snowden blijkt volgens The Guardian dat de GCHQ heeft samengewerkt met een groot aantal Europese veiligheidsdiensten, onder meer in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Zweden. Die diensten zouden stuk voor stuk methoden hebben ontwikkeld om op grote schaal internet- en telefoongegevens te verzamelen. Dat zou gebeuren door onder meer het aftappen van glasvezelkabels en via geheime samenwerking met telecombedrijven.

De GCHQ, die nauwe banden onderhoudt met de Amerikaanse inlichtendienst NSA, heeft een leidende rol gespeeld in het adviseren van de Europese veiligheidsdiensten over het omzeilen van nationale wetgeving bij het verzamelen van deze inlichtingen.

In de documenten van Snowden wordt ook melding gemaakt van samenwerking met de Nederlandse MIVD en de AIVD, aldus The Guardian. „Beide diensten zijn klein naar Britse maatstaven, maar technisch vaardig en zeer gemotiveerd,” zo stellen medewerkers van de GCHQ in de documenten.

De GCHQ heeft de AIVD in 2008 geadviseerd bij „een onderzoek over de uitdagingen van inlichtingenwerk op het internet.”

„De Nederlanders hebben wat juridische problemen die ze moeten oplossen voordat de wettelijke kaders hen toestaan te opereren zoals de GCHQ dat doet. Wij bieden advies over hoe wij deze problemen hebben aangepakt.”

De onthullingen zijn saillant omdat de Duitse, Franse en Spaanse regeringen de afgelopen dagen woedend reageerden op berichten dat de NSA miljoenen telefoongesprekken van en naar Europese landen heeft afgeluisterd. Ook in Nederland heeft de Amerikaanse inlichtingendienst in één maand tijd de metadata van 1,8 miljoen telefoongesprekken onderschept.

Het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken laat weten dat de AIVD en de MIVD in het openbaar geen mededelingen kunnen doen over samenwerkingsrelaties of operaties maar „uiteraard samenwerken met andere inlichtingen- en veiligheidsdiensten”.

„Dat is van groot belang voor onze eigen nationale veiligheid. Die samenwerking vindt plaats binnen de kaders van de wet.” In de wet is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen privacy en veiligheid, aldus het ministerie.