Binnenland

„Malinezen dolblij met internationale steun”

BAMAKO (ANP). De Malinezen zullen de ruim 350 Nederlandse militairen waarschijnlijk met open armen ontvangen, net zoals ze begin dit jaar bij de Franse troepen deden. Dat denkt Leo Spaans, regiomanager van hulporganisatie ICCO, die sinds 1,5 jaar in de hoofdstad Bamako woont.

31 October 2013 21:01Gewijzigd op 15 November 2020 06:44

„Je had het moeten zien: iedereen maakte foto’s van hen, overal hingen Franse vlaggen, iedereen was pro-Frans. Malinezen voelen heel goed aan dat ze de problemen in hun land zelf niet aankunnen.” Een Nederlandse missie moet Mali gaan helpen bij het verzamelen van inlichtingen over extremisten en agenten trainen.

Mali is een land dat zich vanuit erbarmelijke omstandigheden vrij goed ontwikkelde, maar nu wel internationale steun nodig heeft om die bloei voort te zetten, denkt Spaans. De afgelopen jaren gooiden onder meer een staatsgreep en de revolutie tegen de Libische president Kaddafi roet in het eten. De Toeareg-rebellen kwamen met armen vol wapens uit Libië en ook andere moslimextremisten claimden hun ruimte.

Dat alles gebeurde in een land waar mensen niet genoeg eten hebben, niet kunnen rondkomen en nog niet iedereen naar school gaat. „Ze hebben bijna geen kans om een behoorlijk leven op te bouwen.” Zeker in het noorden is maar een paar uur per dag elektra, zijn scholen vernietigd, is de kwaliteit van ziekenhuizen slecht en zijn producten duur of niet verkrijbaar. „Als alternatief willen ze naar een ander land of melden ze zich aan bij moslimextremisten om te gaan vechten. Armoede ligt echt ten grondslag aan de problemen.”

De afgelopen jaren grepen de rebellen de macht in het woestijnachtige noorden. „De sharia werd ingevoerd, vrouwen die met een andere man dan hun echtgenoot praatten, werden gegeseld en niemand mocht meer naar de radio luisteren. De Franse interventie heeft de situatie toen redelijk gestabiliseerd, maar dat dreigt nu weer te veranderen.” Het groene, vruchtbare zuiden heeft wat minder van de rebellen te vrezen.

Ondanks de wederopkomst van de rebellen voelen de Malinezen zich nog relatief veilig, zegt Spaans. „Ze voelen zich beschermd door de internationale solidariteit. Zowel burgers als politici zijn blij dat andere landen hun verantwoordelijkheid nemen.”

De missie kan het zetje geven dat Mali nodig heeft, denkt Spaans. „De politieke rust komt na de staatsgreep net weer terug, de cultuur is herstellende en er wordt bijvoorbeeld een handelsmissie met Nederland opgezet. Het vertrouwen in de toekomst is er.”

Het Nederlandse kabinet gaat vermoedelijk vrijdag akkoord met de missie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer