Op een van de dijken in de Vreugderijkerwaard langs de IJssel bij Zwolle was het woensdagmiddag drukker dan gewoon. Een duwboot van defensie met ervoor een ponton met vrachtwagen en zandzakken meert aan bij de Spooldersluis. De manschappen komen een dijk provisorisch repareren. Onzichtbaar voor iedereen dreigt er een ramp van formaat. Elders in Zwolle zitten op dat moment onder meer de burgemeesters van Zwartewaterland, Kampen en Zwolle om de tafel omdat er drastische besluiten genomen moeten worden. De grootste dilemma: moet de Zwolse wijk Westenholte met zijn duizenden inwoners ontruimd worden of niet?

Informatie voor de bestuurders komt uit het veld. Hoofd dijkbeheer Jan Put is een van de mensen die ter plaatse de dijkgraaf van data moeten voorzien. De ongeveer 150 mensen van de Veiligheidsregio IJsselland, Defensie, gemeentes en waterschap die aan oefening Conecto deelnemen, weten niet wat hun te wachten staat. „In het scenario wordt bij Lobith een waterstand van 17,85 meter boven NAP verwacht. De dijken in Nederland zijn berekend op een maximale stand van 18 meter”, schetst Put.

De situatie is bij Kampen en Zwolle kritiek. Het Kampereiland is in gevaar, maar erger lijkt de situatie bij Westenholte. „De dijken in dit gebied zijn gevoelig voor ”piping”, het onder de dijk door sijpelen van water. Als dat zanddeeltjes meeneemt, ondermijnt dat de dijk.” Dit fenomeen is met het blote oog moeilijk waarneembaar. De infraroodcamera’s aan boord van een F-16 kunnen daarom de bestuurders van cruciale informatie voorzien. Hoog boven de mannen cirkelt de straaljager meerdere malen boven het gebied voordat hij terugkeert naar de basis.

De burgemeesters in de IJsseldelta besloten tijdens de oefening woensdag nog niet tot evacuatie. Ze moesten nog wachten op de infraroodbeelden van de F-16. De oefening eindigt op 8 november.