Daarnaast vindt de KNMG dat Ross de onafhankelijkheid van de SCEN–artsen in gevaar brengt. Dat heeft L. Wigersma van de KNMG donderdag gezegd. Hij heeft zijn hoop inmiddels gevestigd op de Tweede Kamer. „Want als dit doorgaat trekken wij de stekker eruit."

De staatssecretaris wil volgens Wigersma dat de SCEN–artsen declareren bij de arts die hun hulp ingeroepen heeft. De KNMG is van mening dat de onafhankelijkheid van de SCEN–artsen niet meer gegarandeerd is. De artsenorganisatie vindt dat de consulenten maar bij de projectorganisatie bij de KNMG moeten declareren. Dan dient die wel weer een rekening in bij de zorgverzekeraars, maar Ross is er niet happig op om de artsenorganisatie opeens ook zorgaanbieder te laten worden.

Het is niet de eerste keer dat de KNMG dreigt met het project te stoppen. Eerder dit jaar gebeurde dit al omdat de KNMG het niet eens was met de tarieven die de staatssecretaris wilde hanteren voor de SCEN–artsen. Inmiddels heeft de KNMG zich neergelegd bij een tarief van 272 euro per consult.

Via het SCEN–project worden onafhankelijke, deskundige artsen ingeschakeld om huisartsen bij euthanasie te adviseren. Hierdoor is de bereidheid van artsen om mee te werken aan euthanasie toegenomen. Er zijn in Nederland ongeveer 500 artsen opgeleid tot SCEN–arts, dat zijn er zes per honderd huisartsen.

In een deze week verschenen evaluatie pleit het EMGO–instituut van het VU–medisch centrum in Amsterdam ervoor om het project uit te breiden naar ziekenhuizen en verpleeghuizen. Voorzitter R. Valentijn van de Orde van Medisch Specialisten vindt dit niet voor elk ziekenhuis nodig. Een huisarts werkt alleen, in een ziekenhuis zijn vijf tot tien mensen betrokken wanneer euthanasie bijvoorbeeld bij een kankerpatiënt wordt uitgevoerd. Dat kan niet fout gaan, omdat het gebeurt volgens het protocol van een ziekenhuis, zei hij.