Binnenland

SGJ splitst zich en zoekt nieuwe partners

AMERSFOORT. Als het aan de Tweede Kamer ligt, gaat het jeugdzorgstelsel ingrijpend op de schop. SGJ Christelijke Jeugdzorg moet organisatie­onderdelen afstoten, maar ziet ook lichtpuntjes.

18 October 2013 22:21Gewijzigd op 15 November 2020 06:30
Nitrauw. beeld Sjaak Verboom
Nitrauw. beeld Sjaak Verboom

Wat de kern van het nieuwe stelsel is? „Cru gezegd: als u opvoedingsondersteuning of jeugdzorg nodig heeft, moet u eerst proberen uzelf te helpen”, zegt bestuurder Bart Nitrauw van SGJ Christelijke Jeugdzorg. „Lukt dat niet, dan zorgt de lokale overheid, in het nieuwe stelsel de eerstverantwoordelijke, voor compensatiezorg. Gemeenten organiseren straks een laagdrempelige kring van hulpverleners om mensen heen. De huisarts, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de zorgadviesteams van scholen en de toegangsmedewerkers van wat nu nog de Bureaus Jeugdzorg zijn. In jargon noemen we die multidisciplinaire wijkteams. Zij maken een eerste inschatting van de hulpvraag, bieden zelf lichte vormen van jeugdzorg of verwijzen door.

Daaromheen komt een tweede schil van specialisten. Daarin zitten straks de pleegzorg, de instellingsgebonden jeugdzorg, de jeugd-ggz en de (gezins)voogdij die vanaf 2015 wordt geboden door de zogeheten gecertificeerde instellingen.”

In welke van beide schillen hoopt u de SGJ straks te positioneren?

„In de tweede. Gemeenten gaan deze jeugdzorg straks in onderlinge samenwerking inkopen. Zij zullen vooral onze meerwaarde zien als we voor een exclusieve doelgroep een specialistisch deel van de jeugdzorg kunnen uitvoeren. Wij zullen dus gaan focussen op de pleegzorg, én de voogdij en de gezinsvoogdij voor de gereformeerde gezindte in de brede zin van het woord.

Ons organisatieonderdeel dat zich richt op intake en instroom wordt overbodig, dat wordt straks vrijwel overgenomen door die wijkteams. Hetzelfde geldt voor onze ambulante opvoedhulp thuis. Ik heb er vrede mee als we dat straks moeten afstoten. Ik ga ervan uit dat identiteitsgebonden instellingen zoals Agathos, de Driehoek, de Schuilplaats en de Vluchtheuvel hierin zullen blijven voorzien.”

Noodgedwongen enkele organisatie-onderdelen schrappen en verder op de oude voet doorgaan; is dat het verhaal?

„Nee, de nieuwe Jeugdwet staat niet meer toe dat instellingen zich zowel richten op de specialistische jeugdzorg als op de gedwongen jeugdzorg. Beide SGJ-poten zijn nu al aparte stichtingen, maar straks moeten we ze dus nog verder uit elkaar halen. Het moeten twee instellingen worden, met elk hun eigen raden van bestuur en toezicht.”

Is SGJ in haar huidige vorm zo groot dat uit een splitsing twee nieuwe, levensvatbare instellingen kunnen ontstaan?

„Laat ik daar niet omheen draaien: nee. Het wordt een kwestie van splitsen én op zoek gaan naar partners, voor beide poten. Daarbij zullen we zeker kijken naar de identiteit.”

Wordt het Leger des Heils de samenwerkingspartner voor de voogdijtaken?

„Dat is een optie waar we serieus mee bezig zijn. Voor de jeugdzorg wordt het een kwestie van zoeken naar samenwerking met een of meerdere regionale zorginstellingen van christelijke of interconfessionele signatuur, zoals Trias of Timon. Als we allianties tot stand kunnen brengen, zullen we eerst als onderaannemer voor deze instellingen fungeren. Op termijn liggen verdergaande samenwerking en integratie in het verschiet.”

Als gevolg van de wet wil SGJ verder de instellingsgebonden (residentiële) zorg flexibiliseren en ombouwen in varianten van pleegzorg. Nitrauw: „Dat heeft consequenties voor onze behandelgroepen in Zwolle en Amersfoort. Daar hebben we 24 plaatsen voor jongeren van 16 tot 18 jaar. De programma’s die we daar nu draaien, hopen we straks kleinschalig te kunnen aanbieden in samenwerking met opvang- en begeleidingsgezinnen. Onze ambitie is om op termijn een uitbreiding te realiseren van 24 naar 48 plaatsen.”

Hoe ziet u de toekomst van gezinshuizen?

„Bij het zoeken naar passende zorg staan pleegzorg, kleinschalige zelfstandigheidstraining en gezinshuiszorg voor gemeenten als het ware op één lijn. Vanwege het prijskaartje zullen gemeenten bij voorkeur doorverwijzen naar pleeggezinnen. Voor het voort­bestaan van gezinshuizen is dat een onzekere factor.

Nadat het contract met onze gezinshuisouders in Dordrecht was afgelopen hebben we daar niet meer naar opvolgers gezocht, met het oog op de nieuwe wet. Kampen is als enige overgebleven en verhuist naar Wapenveld.”

Sommige van uw collega’s zien de overhevelingsoperatie als de nekslag voor de christelijke zorg. Deelt u die opvatting?

„Onder het huidige stelsel was het al onvermijdelijk dat pleegzorg en gezinshuiszorg aan kinderen uit de meest behoudende kerkgenootschappen soms moest worden geboden door hulpverleners van andere modaliteiten binnen de gereformeerde gezindte. In een decentraal stelsel wordt het opzetten van exclusieve zorg voor een kleine subdoelgroep nóg lastiger. Dat zou je als nekslag kunnen zien.

Ik benadruk liever de kansen. Voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen, wordt straks bij voorkeur gezocht naar plaatsing in een pleeggezin, al dan niet binnen de familie of de kerk. Pleegzorg in eigen kring kan daarmee een route worden om gedwongen, seculiere zorg te ontlopen. Dus ik zou zeggen: zorg in elke kerk voor voldoende pleegouders. En tel uit je winst.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer