Magere zomer voor windmolens
RIJSWIJK (ANP). Het was een slechte zomer voor windenergie. Het aantal kilowattuur (kWh) aan stroom dat werd opgewekt was met name in juli enorm laag, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De oorzaak is simpel: het waaide niet genoeg.
Dat er een paar mindere maanden in een jaar zitten is overigens volgens een woordvoerder van de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) normaal. „In 2013 hadden we aan het begin van het jaar en in de zomer een paar slechte maanden, met een paar goede tussendoor”, laat hij desgevraagd weten. Om op een gemiddeld jaar uit te komen, moet het de komende paar maanden even flink doorwaaien.
Dieptepunt van dit jaar was juli: toen werd 192 miljoen kWh opgewekt. Augustus deed het met 244 miljoen kWh niet veel beter. Ter vergelijking: in 2012 werd er in dezelfde maanden respectievelijk 300 en 254 miljoen kWh opgewekt, in 2011 om 384 en 293 miljoen kWh. In de jaren daarvoor komen er wel maanden voor die even mager waren als de zomermaanden van 2013, maar toen stonden er minder turbines in de Nederlandse zee en bodem. Oftewel, minder molens genereerden evenveel stroom als nu.
Juni 2013 maakt met een vrij forse 452 miljoen kWh nog een en ander goed, de cijfers voor september zijn nog niet bekend. Een Nederlands huishouden gebruikt per maand gemiddeld ongeveer 300 kWh.
Overigens is het volgens de NWEA gebruikelijk dat de hoeveelheid wind en dus de hoeveelheid opgewekte energie wat schommelt. Daar wordt met subsidieregelingen ook rekening mee gehouden. Een bedrijf of particulier krijgt namelijk subsidie voor de energie die een molen opbrengt, waardoor er bij een slecht windjaar dus minder geld binnenkomt. Als er echter minder dan 80 procent van een normale opbrengst wordt gedraaid, wordt de subsidiekraan niet verder dicht gedraaid ter compensatie.