Strijd barst los rond rookbeleid
Houdt minister Hoogervorst van Volksgezondheid zijn rug recht? Daar zal het de komende maanden op aankomen. Kan de cafébezoeker ongestoord bij zijn biertje een sigaret blijven roken en neemt de VVD-minister genoegen met de installatie van moderne luchtafzuiginstallaties in horecabedrijven, of wordt het roken definitief verbannen uit cafés en restaurants? Het is de inzet van een strijd die de komende maanden losbarst.
De aftrap had woensdag plaats toen de minister zijn rookbeleid in de Tweede Kamer moest verdedigen. Daar staan voorstellen op de agenda om de horeca voorlopig uit te zonderen van het antirookbeleid. Dit nieuwe beleid gaat per 1 januari 2004 in. Alle werknemers krijgen dan recht op een rookvrije werkplek. Voor personeel in de horeca wil Hoogervorst voorlopig een uitzondering maken.
Het draagvlak voor het antirookbeleid is in de horecasector nog niet groot. De horecaexploitanten krijgen uitstel, mits ze zelf aangeven welke maatregelen ze treffen om de overlast van het roken te beperken. De grote vraag is: Hoe soepel zal de minister daarbij zijn? Want zelfs zijn eigen partij, de VVD, vindt dat hij wel erg hard van stapel loopt met zijn antirookmaatregelen.
Volgens de belangenorganisatie Koninklijk Horeca Nederland zet de minister met zijn beleid 40.000 tot 50.000 banen in cafés en restaurants op de tocht. Daarbij, voorspelt de organisatie, zal de sector 1,3 miljard aan omzet derven.
Alle reden voor de VVD en VVD-minister Hoogervorst om de branche te ontzien. Aan de andere kant heeft de bewindsman te maken met steeds alarmerender nieuws over het gevaar van tabaksrook.
De Gezondheidsraad presenteerde dinsdag een advies waaruit blijkt dat meeroken veel schadelijker is dan tot nu toe werd gedacht. Duizenden mensen sterven er per jaar aan. Tienduizenden kinderen lopen er schade door op aan hun luchtwegen en ook wiegendood wordt erdoor bevorderd.
Hoogervorst houdt van duidelijke taal. Net aangetreden als minister liet hij de Tweede Kamer vlak voor de zomervakantie al onomwonden weten wat hij van de rookcultuur in Nederland vindt: onbeschoft. Rokers blazen zonder enige gêne hun rook in de gezichten van omstanders. Iedereen moet dat maar normaal vinden. Nou, híj vindt dat zeker niet gewoon. En hij zou, zo kondigde hij meteen aan, daar absoluut paal en perk aan stellen.
Zijn voorgangers besloten al tot het recht op een rookvrije werkplek voor alle werknemers per 1 januari 2004. De horeca kreeg daarbij uitstel tot 2005, maar, liet de kersverse bewindsman meteen dreigend weten: De horecasector moest niet achteroverleunen en denken dat van uitstel automatisch afstel komt, want dan zou ze van een koude kermis thuiskomen.
Groot was de verbazing toen de minister, na de zomervakantie, de horecasector toch opnieuw een handreiking deed. De rookvrije werkplek in de horeca hoefde er ook niet per 2005 te komen, zei hij, als de branche maar met een aanvaardbaar plan komt, waarin ze aangeeft welke rookbeperkende maatregelen ze zelf gaat nemen.
Ha, ha, juichten veel cafébazen: De minister gaat door de bocht. Hij durft niet meer. We hebben gewonnen. Ook antirookorganisaties dachten dat de minister was gezwicht. De lobby vanuit het bedrijfsleven heeft effect gehad, knarsetandde een woordvoerder van een antirookactiegroep.
Of Hoogervorst inderdaad zal zwichten, blijkt de komende weken. In recente schriftelijke antwoorden aan de Kamer houdt hij in elk geval stand en laat hij weten dat de cafés wat hem betreft uiteindelijk helemaal rookvrij worden. Luchtzuiveringsinstallaties in cafés vindt hij geen goede oplossing, net zomin als het aanbrengen van een scheiding tussen rook- en rookvrije ruimtes. Personeel wordt dan nog steeds aan rook blootgesteld, en dat kan, schrijft hij aan de Tweede Kamer, niet de bedoeling zijn.