Cohen: Meer moslima’s in besturen
De islamitische gemeenschap moet meer gebruikmaken van het grote potentieel aan capabele vrouwen. In besturen van moskeeën, islamitische scholen en andere organisaties moeten veel meer vrouwen komen.
Dat zei burgemeester Cohen van Amsterdam dinsdag tijdens een landelijke iftar in de hoofdstad, een feestelijke maaltijd waarmee moslims tijdens ramadan na zonsondergang de vasten verbreken.
„Er is in de moslimgemeenschap een enorm potentieel aan goed opgeleide, organisatorisch sterke en betrokken burgers dat vaak buiten beschouwing wordt gelaten”, zei Cohen. „Dan heb ik het natuurlijk over de vrouwen. De emancipatie van moslimvrouwen is belangrijk voor henzelf, maar is ook voor de islamitische gemeenschap een geweldige bron van verrijking. Volwaardig burgerschap is een recht van iedereen.”
De stichting Islam en Burgerschap organiseerde dit jaar voor de tweede keer een landelijke iftar, waarvoor niet alleen moslims maar ook vertegenwoordigers van andere godsdiensten en levensbeschouwingen en van maatschappelijke organisaties waren uitgenodigd. Veel moskeeën richten tijdens ramadan soortgelijke maaltijden aan voor buurtbewoners, lokale politici en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
De islamitische vastenmaand eindigt dit jaar op 26 november. Tijdens ramadan eten, drinken en roken moslims niet tussen de eerste ochtendschemering en zonsondergang. ’s Avonds doen ze zich tegoed aan extra feestelijke maaltijden. Het suikerfeest (id al-fitr) sluit de vastenmaand af.
Met initiatieven als de landelijke iftar wil Islam en Burgerschap de onderlinge contacten tussen moslims en mensen met een andere religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond versterken, zei voorzitter M. Sini. Andere belangrijke doelstellingen van zijn organisatie zijn volgens hem de bestrijding van discriminatie van moslims, Joden, homoseksuelen en vrouwen, het aanmoedigen van vrijwilligerswerk in islamitische kring en het bevorderen van „succesvol onderwijs.”
Sini toonde zich bezorgd over het antisemitisme onder een deel van de moslimjongeren. „Ouders hebben hierin de grootste verantwoordelijkheid. Zij moeten voorleven hoe het moet, met Joden samenwerken en bij hen op bezoek gaan in hun synagogen. We moeten er alles aan doen om de dreigende polarisatie een halt toe te roepen.
De toon in het debat over de integratie van moslims is verhard. De nuance is helaas nog ver te zoeken.”
Sini maakte duidelijk dat de Grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens voor moslims de leidraad moeten zijn. „Als moslims een beroep willen doen op de mensenrechten, doen ze er verstandig aan zich er zelf aan te houden.”