Kazematten Vlissingen in ere hersteld
VLISSINGEN. Het standbeeld van Michiel de Ruyter op de Vlissingse boulevard is alom bekend. Dat recht daaronder zich de eeuwenoude kazematten van Vlissingen bevinden, weten minder mensen.
Na een grondige opknapbeurt worden ze komend voorjaar opengesteld voor het publiek. Onder begeleiding van een gids kunnen nieuwsgierigen nu alvast een voorproefje nemen.
„Een paar maanden geleden waren de beroemde grotten van Han er niets bij. In de kazematten drupte het water overal en waren er volop druipstenen”, vertelt gids Theo de Badts. „Tientallen jaren is er niet naar omgekeken, maar met hulp van Europese subsidies is er nu veel veranderd.” Voordat ze de kazematten ingaan, geeft gids Theo de Badts zijn luisteraars –onder toeziend oog van Michiel de Ruyter– wat kennis van de geschiedenis mee.
In vuur en vlam
’t Is keizer Karel V die in het jaar 1548 het plan opvat om Vlissingen te versterken. Er wordt op de grens van land en water, bij de monding van de Westerschelde, een rondeel (muur) gebouwd die doorloopt tot de Gevangentoren, met daarbovenop geschut. Het Keizersbolwerk, dat onderdeel is van de Vlissingse vestingwerken, is een feit.
Zo’n 200 jaar later verovert Napoleon Nederland. Daarmee is hij echter niet tevreden, ook Engeland moet onder zijn bewind komen. Terwijl hij een nieuwe vloot laat bouwen, komen de Engelsen echter in augustus 1809 Nederland al aanvallen. De Badts: „Veere en Middelburg waren snel veroverd, daarna werd Vlissingen in vuur en vlam gezet.” Binnen een paar maanden verlaten de Engelsen ons land echter weer en is Napoleon terug.
Napoleon ziet in dat Vlissingen versterkt moet worden: binnen de muren van het rondeel verrijzen in 1811 kazematten. Het woord kazemat komt van het Italiaanse casamatta en betekent zoveel als vesting met schietgaten, vertelt de gids. Nadat er in 1830 kazernes worden gebouwd voor de huisvesting van de soldaten, dienen de kazematten van Vlissingen vooral als schuilkelder en opslagplaats voor munitie. Het geschut staat niet binnen de kazematten, maar kan boven op de muur staan.
Bijzonder feit is dat de kazematten bomvrij zijn gemaakt: bovenop ligt een metersdikke laag aarde, die kogels en brandraketten moet smoren in de grond.
Munitiebrood
Het is tijd om de trappen af te dalen naar de kazematten, enkele meters lager. In het midden een gang van zo’n meter breed, met aan beide zijden deuren naar de kazematten. Rechts van de gang liggen de zeven kazematten die opgeknapt zijn. De deur geeft toegang tot een ruimte van 5 meter breed en zo’n 6 meter lang. De gemetselde muren gaan over in een gewelfd plafond. Het is een kale ruimte, zonder enig uitzicht naar buiten.
Door een opening loopt gids De Badts verder en komt in de meest bijzondere en grootste ruimte, de garnizoensbakkerij. „In verleden tijden werden hier per etmaal 4800 broden voor 4500 manschappen gebakken. De bakkerij beschikt over twee ovens, die beide per keer 300 broden kunnen bakken. Gemaakt van vier vijfde deel tarwe, een vijfde deel rogge en zuurdesem werd het soldatenbrood ook wel munitiebrood genoemd.”
In ondraaglijke hitte, stof en vocht moesten de bakkers hier hun werk doen: sjouwen, kneden en bakken, sjouwen, kneden en bakken. Tot 1907 was er een garnizoen gelegerd en is de bakkerij in gebruik geweest.
Een video, waarop een zandschilderes de ene historische afbeelding in de andere laat overgaan, ondersteunt het verhaal. Als het museum volgend voorjaar opengaat, komt er waarschijnlijk nog een aantal van dergelijke video’s bij.
Atlantikwall
Als voorbeeld staan er ook al informatiepanelen over de functies die de kazematten in verschillende tijden hebben gehad. Zo is te lezen dat de Duitsers de kazematten tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdeel maakten van de Atlantikwall. De achterste kazemat werd gebruikt voor de opslag van torpedo’s. De torpedolanceerinstallatie stond dichtbij, aan het einde van het Westerhoofd.
De overige kazematten zijn nu nog leeg. Als voorjaar 2014 daar net zo veel interessante informatie te vinden is als nu in de ”bakkerij”, zijn de kazematten zeker een bezoekje waard.
Wie voor eind oktober nog gebruik wil maken van de mogelijkheid van een rondleiding, kan zich aanmelden via de website van het museum.