Walter V. werd in mei vorig jaar aangehouden voor fraude en toen door Laurentius geschorst. In januari werd hij ontslagen. Het ontslag was gebaseerd op informatie uit het strafrechtelijke onderzoek.

De kantonrechter oordeelt woensdag dat er een ernstig vermoeden van fraude bestaat. Walter V. heeft de vermoedens ongeloofwaardig tegengesproken, aldus de rechter.

Onder zijn leiding zijn vanaf 2004 ten minste acht zogenoemde ABC-transacties gesloten. Onroerend goed in Zeeland en Brabant werd in korte tijd twee keer verkocht met een flinke waardestijging, waarbij Laurentius de hoogste prijs betaalde. In een dag of een paar maanden werd vastgoed tot de helft duurder. Het vermoeden bestaat dat de corporatie voor miljoenen is benadeeld. „Voor geen van de transacties is aangetoond dat er meerwaarde was om met de betrokken vastgoedonderneming zaken te doen”, concludeert de rechter woensdag.

Bij Walter V. werd 7 ton contant geld gevonden. Een medeverdachte projectontwikkelaar heeft gezegd dat Walter V. hem geld heeft gevraagd voor het aangaan van de projecten. De projectontwikkelaar overhandigde per project een envelop met 10.000 of 20.000 euro aan Walter V.

Walter V. ontkent dat hij bedragen heeft aangenomen. Maar zijn verklaring dat de gevonden contante bedragen niets met Laurentius hebben te maken, vindt de kantonrechter ongeloofwaardig.