Binnenland

Hirsi Ali sticht alweer politiek binnenbrandje

Dat de VVD met Ayaan Hirsi Ali een eigengereide politica in huis heeft gehaald, was al eerder duidelijk geworden. Ze moet intussen de schrik van fractievoorzitter Van Aartsen zijn. Stichtte ze enkele weken geleden bij het integratiedebat grote verwarring, maandag riep ze vooral ergernis op.

Jan van Klinken
18 November 2003 09:52Gewijzigd op 14 November 2020 00:43
Hirsi Ali. Foto ANP
Hirsi Ali. Foto ANP

Debatten over ontwikkelingssamenwerking zijn niet de meest spannende in de Tweede Kamer. Veel jargon en weinig echte tegenstellingen. Over dit thema vallen geen kabinetten. Maar tijdens het debat van maandag over de nota ”Aan elkaar verplicht” sloeg de vlam al snel in de pan toen Hirsi Ali het woord kreeg.

Het was nog maar drie weken geleden dat ze de vorige rel veroorzaakte. Tijdens een debat over het integratiebeleid haalde ze fel uit naar het islamitisch onderwijs. In een motie die de oprichting van bijzondere scholen moest bemoeilijken, probeerde ze aantoonbaar de vrijheid van onderwijs ter discussie te stellen. Het CDA kon het nauwelijks geloven en reageerde eerder verbouwereerd dan verontwaardigd. De kwestie lijkt maar net goed af te lopen.

Nu is integratie het stokpaardje van Hirsi Ali, dat bovendien nauw verbonden is met haar grote obsessie, de islam. De profeet Mohammed betitelde ze al eens als „een perverse tiran.” Haar actie tijdens het integratiedebat kwam dan ook niet helemaal als een verrassing.

Dat gold wel voor haar bijdrage aan het debat van maandag over ontwikkelingssamenwerking. Ze stak van wal met het ontwikkelingsbeleid van de laatste dertig jaar maar meteen als mislukt te kenschetsen. Al die tientallen miljarden die Nederland in de derde wereld besteedde, hadden immers niet kunnen verhinderen dat de ellende op deze aardbol alleen maar is toegenomen.

De Kamer pakte haar onmiddellijk hard aan. CDA’er Ferrier vroeg of ze zich wel eens had afgevraagd hoe de wereld eruitgezien zou hebben als er geen ontwikkelingsbeleid was geweest. En of de derde wereld soms beter af was geweest zonder hulp.

„Inderdaad”, reageerde Hirsi Ali laconiek. En of de aanwezige kamerleden maar eens aan de belastingbetaler wilden uitleggen waarom het parlement op de oude voet verderging terwijl de hulp dertig jaar lang niet had geholpen. Ze verwees naar de toenmalige VVD-leider Bolkestein, die in 1995 een nationaal debat ontketende door het nut van ontwikkelingshulp ter discussie te stellen.

Karimi van GroenLinks, die zich ontpopte als messcherpe opponente van Hirsi Ali, haalde smalend uit dat de VVD-politica er „een handelsmerk van maakt te roepen dat het beleid is mislukt.” Als het beleid zo slecht was geweest, waarom had de VVD het dan steeds gesteund? En, zou de fractie dan dit keer tegen de begroting stemmen?

Dat was echter niet het geval. Het beleid van minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking was juist verfrissend omdat ze voor een nieuwe benadering had gekozen, zo betoogde Hirsi Ali.

De irritatie nam zichtbaar toe, met name bij D66-kamerlid Bakker. Met een korte maar vernietigende tirade stortte hij zich in het debat. „Alweer een mislukt beleid en alweer was het Bolkestein die het tien jaar geleden al riep”, hoonde hij. „Eerlijk gezegd vind ik het zo’n vreemde kijk op de wereld dat ik geen zin heb om er ook maar enige morele vraag over te stellen. Ik wil maar één ding weten: Blijft de VVD de komende vier jaar steun verlenen aan het beleid?”

Hirsi Ali was allerminst aangeslagen. „Wij steunen het beleid maar worden wel kritischer. Het gaat om ons wereldbeeld.” Bakker, afgemeten: „Dat wereldbeeld van u interesseert me niet. Daar wens ik u veel plezier mee bij de VVD. Als u het beleid maar blijft steunen.”

Met ingehouden woede vervolgde het kamerlid: „U leest twee boeken, om dan hier te komen vertellen dat het beleid niet deugt. Het is van een schaamteloze pedanterie (verwaandheid, JvK).”

Dat het debat uiteindelijk niet in een slaande ruzie ontaardde, was vooral de verdienste van minister Van Ardenne. Geduldig legde ze uit dat er met al die miljarden toch nog veel goeds tot stand was gebracht. De honger in de wereld was beduidend afgenomen, polio is bijna de wereld uit en de democratie rukt overal op. „Het is niet vol te houden dat er niets is gebeurd. Maar het kan beter”, zo haalde ze de angel uit het debat.

Op met Hirsi Ali naar de volgende binnenbrand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer