Unieke moord brandmerkt Van der G.
RIJSWIJK (ANP). Met de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 manoeuvreerde de man die bekend werd als ‘Volkert van der G.’, zich in een bijzondere positie, die van politiek moordenaar, een in Nederland schaars fenomeen. De executie met een vuurwapen op het Media Park in Hilversum van de populistische lijsttrekker van de LPF vlak voor de verkiezingen van 15 mei deed ongelooflijk veel stof opwaaien.
Volkert van der Graaf werd al vlug na de moord aangehouden. Hij had geen strafblad. Huiszoeking in Harderwijk leverde onder meer chemicaliën op waarmee explosieven gemaakt konden worden. De vriendin van de verdachte werd eveneens aangehouden, maar betrokkenheid van haar werd niet bewezen. Van der G. zelf bekende de moord.
De verdachte werd geboren op 9 juli 1969 in Middelburg als zoon van een Nederlandse leraar en een Engelse moeder. Hun zoon Volkert studeerde milieuhygiëne in Wageningen. Hij werd activist en was medeoprichter van de Vereniging Milieu-Offensief. Hij hield zich bezig met procesvoering tegen milieuovertredingen en dierenmishandeling.
De zaak kwam in maart en april 2003 in Amsterdam voor. De verdachte verklaarde zijn daad uit een politiek angstmotief: Fortuyn zou een groeiend gevaar voor de Nederlandse samenleving zijn, met name voor zwakke groepen als moslims en asielzoekers. Het Openbaar Ministerie (OM) sprak in de strafklacht ronduit over het bestrijden van politieke denkbeelden door de verdachte. De dader verklaarde geen andere mogelijkheid te hebben gezien dan de politicus te vermoorden. Tijdens de behandeling zat hij er veelal onbewogen bij.
Officier van justitie Koos Plooij eiste levenslang omdat Fortuyn een vooraanstaand politicus was en de samenleving geschokt was door de moord. Bovendien had Van der G. op geen enkele wijze berouw getoond na zijn bekentenis. De rechtbank veroordeelde de dader op 15 april echter tot 18 jaar cel. De inbreuk op het democratisch proces was niet ernstig genoeg en de kans op herhaling werd gering geacht op basis van een psychiatrisch rapport van het Pieter Baan Centrum. Zowel Van der Graaf als het OM ging in hoger beroep, maar het gerechtshof in Amsterdam bevestigde de strafmaat. Geen van de partijen stapte daarna nog naar de Hoge Raad.
De media speculeerden in de periode rond het proces veel. Zo werd diverse keren geopperd dat de veroordeelde activist onderdeel van een samenzwering was. Het onderzoeksteam van de politie trok alles na, maar vond geen enkel bewijs voor die suggestie. Ook Van der G.’s betrokkenheid bij de moord op milieuambtenaar Chris van de Werken in 1996 werd niet bewezen.