Binnenland

Woonbeurs in crisistijd draait om verbouwen

AMSTERDAM (ANP). De huizenmarkt ligt flink op zijn gat en door de crisis houden veel mensen hun spaarcenten liever op hun bankrekening. Toch leidt dat niet tot lege hallen in de Amsterdamse RAI waar dinsdag de jaarlijkse Woonbeurs is neergestreken. „Natuurlijk merken we wel wat van de crisis”, zegt beursmanager Ingrid van Schooten. „Mensen verhuizen minder. Maar we zien ook dat in plaats daarvan meer wordt verbouwd.”

1 October 2013 15:32Gewijzigd op 15 November 2020 06:09

De interesse in wonen is er ondanks de huidige economische situatie volop. „Maar mensen nemen langer de tijd om een keuze te maken voor bijvoorbeeld een nieuwe vloer of een keuken. Het is ook geen broodje dat je koopt bij de bakker”, stelt Van Schooten. „In het verleden verhuisde je bij iedere nieuwe levensfase, maar dat is tegenwoordig financieel niet altijd meer mogelijk. Je merkt nu de laatste jaren dat steeds meer mensen zeggen: waarom zou ik niet in mijn huidige huis blijven en het iets verbouwen om aan te sluiten bij mijn wensen?”

Dat merken vooral de deskundigen op het Architectenplein die de komende dagen afspraken hebben staan met zo’n 400 bezoekers. „Mensen verkopen hun huis dan wel niet zo snel meer, maar willen wel investeren in hun huidige woning”, vertelt een woordvoerster. „Je kunt jezelf vaak een hoop geld besparen als je een architect in de arm neemt. Zij zijn bijvoorbeeld beter op de hoogte van benodigde vergunningen en subsidies.”

Het aantal bezoekers van de Woonbeurs daalde de afgelopen jaren wel. In 2010 kwamen er nog zo’n 80.000 mensen op af, nu ligt de verwachting op ongeveer 60.000 mensen, die tot en met zondag de nieuwste snufjes op woongebied komen bekijken. „Daar hoeven we ons niet voor te schamen”, vindt Van Schooten. „Wat je hier ziet, is een afspiegeling van de Nederlandse woonbranche. Het zou gek zijn als zich hier een ander patroon aftekent.”

Ook voor standhouders, 200 in totaal, is het niet meer vanzelfsprekend ieder jaar een plekje op de beurs te bemachtigen. „Vroeger zag je hier bijvoorbeeld wel Italiaanse designmerken, prachtig maar stevig aan de prijs. Toen was het idee nog: ‘als het maar duur is, het liefst met een label, dan is het goed’; een soort statussymbool. Nu is dat wezenlijk anders. Het draait niet langer om alles willen bezitten. Mensen mixen meer; een mooie bank met een oude spiegel van oma.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer