„Deel gemeenten heeft geen drankpolitie”
UTRECHT. Het toezicht op drankverkoop en -gebruik in gemeenten schiet tekort. In augustus dit jaar had 40 procent van de gemeenten nog geen gemeentelijke toezichthouders aangesteld.
Dat blijkt uit onderzoek van het commerciële Bureau Horeca Bijzondere Wetten, dat betrokken is bij de opleiding van toezichthouders. Sinds 2013 zijn gemeenten verantwoordelijk voor toezicht op alcoholverstrekking en drankgebruik. „Er zijn gemeenten waar een vacuüm is als het gaat om handhaving van de Drank- en Horecawet”, aldus directeur Peter Roumen van het bureau dinsdag desgevraagd. Wel wordt er een „inhaalslag” gemaakt.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bevestigde vandaag in De Telegraaf dat dranktoezicht in veel gemeenten „problematisch” is. De controle op de Drank- en Horecawet is in kleinere gemeenten doorgaans minder goed geregeld dan in grotere steden, stelt Roumen. „Verder merken we dat gemeenten met een SGP/ChristenUniekleur over het algemeen meer regels hanteren dan liberale gemeenten.”
Dat gemeenten een oogje dichtknijpen, kan voortkomen uit de wens horeca te behouden. „Bij strikte handhaving zou een café moeten sluiten. Dat wil een gemeente niet, omdat dan werkgelegenheid verdwijnt.” Per 1 januari 2014 mag er geen alcohol aan jongeren onder de 18 jaar worden verstrekt. „We hopen dat die regel leidt tot minder jeugdige comazuipers. Het is wel de verwachting dat toezichthouders door die regelgeving meer met agressieve jongeren te maken krijgen.”