Meer geld voor oorlogsslachtoffers Indonesië
RIJSWIJK (ANP). Een groep van ruim 500 oorlogsgetroffenen in Indonesië krijgt deze maand een hogere uitkering overgemaakt. Ook wordt de verhoogde uitkering met terugwerkende kracht tot december 2012 nabetaald.
De Sociale Verzekeringsbank zegt daarmee een uitspraak van de rechter te eerbiedigen, waarin werd bepaald dat hun uitkeringen op Nederlands welvaartspeil moeten worden gebracht.
De oorlogsgetroffenen gaan er naar verwachting maandelijks ruim 1000 euro op vooruit. De groep hoogbejaarde Indonesiërs maakt aanspraak op de Wet Uitkering Vervolgingsslachtoffers (WUV). Zij overleefden de Japanse bezetting in toenmalig Nederlands-Indië en ondervonden daarvan fysiek en psychisch leed.
De uitkeringen worden in samenspraak met staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) alvast verhoogd, vooruitlopend op een aanstaande wetswijziging. „Het gaat om een oudere en kwetsbare groep die we graag snel tegemoet willen komen”, aldus een woordvoerder van de Sociale Verzekeringsbank.
De Commissie Gelijke Behandeling meende in december vorig jaar dat ten onrechte onderscheid wordt gemaakt tussen de hoogte van de uitkeringen in Nederland en Indonesië. Dat is volgens de commissie discriminatoir. Daarom krijgen de oorlogsslachtoffers in Indonesië nu een uitkering op hetzelfde niveau als hun Nederlandse lotgenoten.
Veel slachtoffers uit Indonesië eisen nabetaling van de verhoogde uitkering over een veel langere periode. Al in 2007 bekritiseerde de Commissie Gelijke Behandeling het gemaakte onderscheid tussen de oorlogsslachtoffers. Volgens de SVB ontvangen de uitkeringsgerechtigden een nieuwe beschikking over de hoogte van WUV-uitkering en kunnen zij daartegen bezwaar maken.