„Met name kankerpatiënten zijn benieuwd naar de behandelresultaten”
NIJMEGEN. Het idee van UMC St Radboud om de behandelresultaten van aan kanker behandelde patiënten openbaar te maken, is voor het eerst geopperd tijdens Wereldkankerdag 2011. „Patiënten gaven aan dat ze hier benieuwd naar waren.”
Volgens woordvoerster Marloes de Vink is het publiceren van de cijfers ook een logisch gevolg van het beleid van het UMC. „We willen transparant zijn over de resultaten van onze zorg en de wachttijden en tevredenheid van onze patiënten.”
Het gaat het UMC er niet alleen om zichtbaar te maken welke kwaliteit het academische ziekenhuis levert. De cijfers kunnen ook aanleiding zijn om de zorg te verbeteren. „Patiënten dienen de best mogelijke diagnose en behandeling te krijgen. Ze mogen daar niet te lang op hoeven te wachten en ze moeten daar tevreden over zijn.”
Het ziekenhuis is volgens De Vink van plan om jaarlijks een update van de cijfers te geven. „Wie wil, kan dan zien of ze verbeterd zijn.” Het UMC kiest er niet voor om cijfers uit het verleden te publiceren. „Dat zou op zich wel kunnen, maar dat levert ons veel werk op. En daar zitten we niet op te wachten.”
Voorheen publiceerde het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) alleen de landelijke cijfers op de database Nederlandse Kankerregistratie (NKR), zonder die uit te splitsen per ziekenhuis, weet De Vink. Het IKNL verzamelt en verwerkt elk jaar de behandelcijfers van alle Nederlandse ziekenhuizen om zo het landelijke gemiddelde te bepalen.
Voorlopig gaan de cijfers alleen over behandelde kankerpatiënten die voor de eerste behandeling aankloppen bij het UMC St Radboud. De Vink: „De patiënten die doorverwezen worden nadat de eerste behandeling niet tot genezing heeft geleid, vormen een erg diverse groep. Op dit moment weten we niet hoe we hierover goede cijfers kunnen verzamelen en geven. We staan open voor ideeën hierover.”
UMC St Radboud begint dit jaar met het openbaar maken van de behandeling van longkanker en kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen. De cijfers van andere vormen van kanker die in Nijmegen worden behandeld, komen begin volgend jaar op de website te staan. De Vink: „We hopen dat andere ziekenhuizen ons voorbeeld volgen.”