Zuid-Holland wil Atlantikwall beter toegankelijk maken
WASSENAAR. Na de oorlog blies het bevrijde Nederland ze snel op, de bunkers van de Atlantikwall. Nu, bijna zeventig jaar later, stimuleert de provincie Zuid-Holland het behoud van de overblijfselen. „Toch is de Atlantikwall geen neutraal erfgoed, zoals een kasteel of molen. De bunkers herinneren aan een dramatische periode.”
Met de Atlantikwall vergrendelde nazi-Duitsland ooit bijna de gehele westkust van Europa’s vasteland. Van boven in Noorwegen tot de grens van Spanje moesten verdedigingswerken een geallieerde invasie onmogelijk maken. Ook de Nederlandse kust lag ermee bezaaid.
„Na de oorlog wilde de bevolking ze zo snel mogelijk kwijt”, weet historicus Ad van der Zee van Erfgoedhuis Zuid-Holland. „Er is in hoog tempo geprobeerd ze allemaal op te blazen. Voor misschien wel meer dan de helft is dat ook gelukt. In Scheveningen, waar heel het strand een barricade was, voor wel 80 procent.”
Dat er toch nog bunkers overbleven, had praktische oorzaken. „Die lagen niet in de weg”, zegt Van der Zee. „Bunkers zijn ook niet zomaar beton, ze zijn heel erg sterk. De mensen hadden er zó ontzettend veel springladingen voor nodig dat ze dan dachten: „Die komen nog wel.””
Ook later, in de jaren zestig, leidde de aanleg van de eerste Maasvlakte nog tot het weggraven van enorme bunkercomplexen. Maar andere werken kregen een nieuwe bestemming. Van der Zee: „Noordwijk gebruikte ze als fundament voor nieuwe huizen. Verder hebben de Nederlandse strijdkrachten veel hergebruikt als kustverdediging, radarpost of opslagplaats voor munitie. Alles was al aanwezig. In Noordwijk heeft de regering zelfs een bunker voor de opslag van kunstwerken benut, voor als de Derde Wereldoorlog onverhoopt zou uitbreken. Daarin zit nu een Atlantikwallmuseum. Zulke musea zijn er ook in Hoek van Holland, IJmuiden en binnenkort in Scheveningen.”
Veel bunkers liggen nu, deels of geheel, onder duinzand bedolven. „Groepen vrijwilligers ontgraven ze de laatste jaren nog weleens, maar als je het daarbij laat, zitten ze binnen een jaar weer vol zand.” Vleermuizen bezetten een ander deel van de overgebleven kustlinie al tientallen jaren tijdens hun winterslaap. Van der Zee: „Binnen is het stil en donker en er heerst een constante temperatuur. Natuurorganisaties willen veel bunkers daarom beschermen. Om veel werken staan nu grote stalen hekken, zoals op Goeree-Overflakkee. Vleermuizen kunnen er dan wel bij, mensen niet.” Die afscherming heeft trouwens ook met veiligheid te maken. „In die gangenstelsels is het donker en je kunt er snel verdwalen. Bovendien zijn sommige deels ingestort.”
De historicus treurt niet om het verdwijnen van zo veel bunkers. „Het is prima dat niet heel de Nederlandse kust er meer mee bezaaid ligt. Maar we moeten voorzichtig omgaan met wat we nog hebben. Als Erfgoedhuis willen we daarom het verleden ervan zichtbaar maken, en meer bekendheid aan hun functie geven. We willen niet heel de Atlantikwall blootleggen, maar wel willen we hem hier en daar weer openstellen voor bezoekers. Ook voor educatieve doeleinden. Klassen kunnen dan een ongerepte bunker bezoeken en beleven hoe het moet zijn geweest.”
De provincie houdt hierbij de hand overigens zo veel mogelijk op de knip. Ze legt de bal bij lokale erfgoedorganisaties, historische verenigingen, plaatselijke musea en gemeenten. Van der Zee: „Die benadert de provincie met een verzoek om medewerking. Ze brengt ze vervolgens bij elkaar voor overleg, waarna de provincie subsidie geeft.” Zo ontwikkelt het Erfgoedhuis momenteel in samenwerking met Atlantikwallmusea een lespakket over heel de Zuid-Hollandse kustlijn. Ook maakt het plannen voor fiets- en wandelroutes.
Overigens hebben Nederlanders ook nu nog weleens moeite met de overblijfselen van de Duitse bezetting. Van der Zee: „Bij de aanleg van een parkeergarage in Katwijk zou een deel van de linie plaats moeten maken. Sommige inwoners wilden een herinnering hieraan laten overblijven, andere lieten juist merken ze niet meer te willen zien. Ze hebben daar stevige discussies over gevoerd.” Zelfs nu nog kunnen de sentimenten best heftig zijn, concludeert de historicus. „De tegenstanders hadden misschien familieleden die bij de aanleg van de Atlantwikwall hun huis waren kwijtgeraakt. Bij de bouw ervan ontruimden de Duitsers namelijk grote delen van Nederlandse kustdorpen. De bewoners verhuisden noodgedwongen naar elders.”
De herstelplannen van de Atlantikwall vallen binnen het kader van het uitvoeringsprogramma Erfgoedlijnen. Een erfgoedlijn is een geografische structuur, zoals een kust, een trekvaart, een oude duinenrij of een eiland, die meerdere monumentale locaties met een gemeenschappelijk historisch verhaal verbindt.
Erfgoedlijnen beschikken volgens de provincie over „groot recreatief en toeristisch potentieel.” De provincie Zuid-Holland introduceerde ze eind vorig jaar. Het gaat om erfgoedprojecten langs onder andere de geografische lijnen Goeree-Overflakkee, de limes (noordgrens van het Romeinse Rijk), de Oude Hollandse Waterlinie en de Waterdriehoek (Kinderdijk, Dordrecht en Biesbosch).