„Jeugdzorg heeft gebrek aan regie”
De vaak grote problemen in de jeugdzorg zijn vooral een gevolg van slechte onderlinge afstemming. De provincie moet meer inhoud geven aan een krachtige en duidelijke rol als regisseur van de jeugdhulpverlening.
Dat is de belangrijkste aanbeveling uit een rapport over de Gelderse jeugdzorg dat dinsdag in het provinciehuis in Arnhem werd gepresenteerd door de werkgroep Hoorzitting Jeugdzorg.
Het rapport, ”Groeistuipen”, constateert dat de jeugdhulpverlening lijdt aan rigide regelzucht, verkokering, versnippering en gebrek aan onderlinge samenwerking. Ouders met een probleemkind moeten soms meer dan tien keer hetzelfde verhaal aan verschillende instanties vertellen. Het zorgaanbod is daarentegen zó uitputtend beschreven, dat het ontoegankelijk en onbegrijpelijk is.
De Gelderse werkgroep is in het leven geroepen na aanhoudende problemen in de jeugdzorg in Gelderland, maar het blijkt dat de problematiek in het hele land vergelijkbaar is sinds provincies in toenemende mate verantwoordelijk zijn voor het jeugdbeleid. Die verantwoordelijkheid is een gevolg van de nieuwe Wet op de jeugdzorg.
De provincie Gelderland organiseerde in de afgelopen weken hoorzittingen waarbij de bevindingen van 35 verschillende jeugdhulpverleningsinstanties werden gehoord. Gelderland koos voor deze aanpak omdat de wachtlijsten in de jeugdzorg bleven groeien en het aantal zwerfjongeren bleef toenemen. „Het is een puinhoop in de sector. We zijn het zat. De samenleving pikt het niet langer”, zei de Gelderse commissaris van de Koningin Kamminga in september.
De uitkomst van de hoorzittingen bevestigen het al langer bestaande beeld van een klunzige jeugdzorg die door gebrek aan communicatie veel weg heeft van een doolhof zonder uitweg. „Aan het eind van het traject ben je nog verder van huis dan je al was”, is de mening van een van de gehoorde personen. Een ander: „Bij mijn eerste contacten met de jeugdhulpverlening werd ik van het kastje naar de muur gestuurd.”
Om de vele problemen het hoofd te bieden, is meer uniformiteit een eerste vereiste, zei statenlid Ria Aartsen, voorzitter van de werkgroep Hoorzitting Jeugdzorg, dinsdag in Arnhem bij de presentatie van het rapport. „Er moet een eensluidend systeem komen. Instellingen in de jeugdhulpverlening moeten allemaal op dezelfde manier gaan registreren, waardoor koppelingen veel sneller gelegd worden en jongeren niet twintig keer hetzelfde verhaal moeten vertellen.” Wat de werkgroep betreft, neemt de provincie daarin haar verantwoordelijkheid door de rol van coördinator en regisseur op zich te nemen.
Volgens de werkgroep liggen de problemen niet in eerste instantie aan de onwelwillendheid van de kant van de verschillende instellingen. Veel eerder is bij hen een zekere machteloosheid te constateren, aldus mevrouw Aartsen. De werkgroep doet de aanbeveling om haalbare en afrekenbare doelstellingen vast te leggen in een uitvoeringsprogramma. Als instellingen dan toch niet meewerken, kan de provincie als uiterste consequentie de geldkraan dichtdraaien.