Binnenland

In Memoriam: Ernst Heinrich Kossmann (1922-2003)

In Groningen is het afgelopen weekeinde onverwacht dr. E. H. Kossmann overleden. Kossmann, sinds 1987 emeritus hoogleraar in de geschiedenis na de Middeleeuwen, behoort tot de grootste Nederlandse historici van deze tijd - zoals Huizinga, Geyl en Romein vóór hem van betekenis waren.

Tineke Goudriaan
11 November 2003 09:58Gewijzigd op 14 November 2020 00:42
E. H. Kossmann
E. H. Kossmann

Grote bekendheid kreeg Kossmann met zijn werk ”De Lage Landen” (1986), een geschiedenis van Nederland en België vanaf het jaar 1780, dat nog steeds als standaardwerk geldt.

Kossmann werd in 1957 benoemd tot hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan het University College in Londen. In 1966 kreeg hij een aanstelling als hoogleraar in de geschiedenis na de Middeleeuwen aan de Rijksuniversiteit Groningen, een functie die hij tot 1987 zou bekleden.

Ernst Heinrich Kossmann, tweelingbroer van de in 1998 overleden schrijver Alfred Kossmann, werd op 31 januari 1922 in Leiden geboren. Zijn voorouders kwamen uit Duitsland. Zijn overgrootvader, Heinrich Kossmann, was een Joodse slagersjongen die zich opwerkte tot wiskundeleraar in Sint-Petersburg en trouwde met een dochter uit een Baltisch predikantengezin.

De jonge Kossmann maakte als achttienjarige het bombardement op Rotterdam mee -de Kossmanns woonden in Blijdorp- en later moest hij als dwangarbeider in Duitsland aan het werk. Na de oorlog brak hij zijn MO-studie Nederlands af om geschiedenis te gaan studeren. Na zijn proefschrift (1954) over een onderwerp uit de zeventiende-eeuwse politieke Franse geschiedenis keerde Kossmann zich tot de Nederlandse geschiedenis. In 1960 verscheen ”Politieke theorie in het zeventiende-eeuwse Nederland”, in 1976 ”De Lage Landen 1780-1940. Anderhalve eeuw Nederland en België”, een publicatie waaruit zijn uiteindelijke standaardwerk is voortgekomen.

Kossmann was een man van grote lijnen en concepten; zijn werk had een filosofische inslag. Dr. F. R. Ankersmit noemt hem de laatste historicus met een eenduidige visie op het Nederlandse verleden. Vergeleken met het lyrische, zelfverzekerde werk van historici vóór hem was Kossmanns benadering van de nationale geschiedenis afstandelijk. Afstandelijkheid was in zijn ogen dan ook het belangrijkste kenmerk van zijn generatie historici. Maar omdat Kossmanns visie van weinig engagement blijk gaf, werd hem vrijblijvendheid -en ook hooghartigheid en koelheid- verweten.

In een interview met deze krant zei hij zichzelf als „een van de laatste representanten van de liberale burgerij” te zien. Kossmann is vanwege zijn afstandelijke, ironische benadering wel een agnostisch historicus genoemd. Ook buiten zijn werk leek geen leidende gedachte zijn leven en werk te bezielen; gevoelens en gedachten bleven op zichzelf staan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer