Lichaamsdelen van het slachtoffer werden in juni 2010 in de Steenwijkse Aa bij Eesveen gevonden en in januari 2013 in het water bij Wanneperveen. De vondst in Wanneperveen was aanleiding om het politieonderzoek te heropenen. De politie heeft vaak aandacht voor de zaak gevraagd. Of dat heeft geleid tot de arrestatie van de Steenwijker is nog niet bekend.

Volgens de politie hield de vermoorde man zich bezig met de handel in hennep in de omgeving van Steenwijk en Zwolle. Na zijn verdwijning werd zijn auto uitgebrand teruggevonden in Haren, bij Groningen. Onderzoek wees uit dat er met die auto ook nog was gereden in de omgeving van Zoetermeer en Rotterdam.

De zaak liep dood na de vondst van de eerste lichaamsdelen in de Steenwijkse Aa. Maar toen begin dit jaar het plassengebied in de Kop van Overijssel dichtvroor door strenge vorst, kwamen schaatsers en wandelaars op plekken die gewoonlijk niet bereikbaar zijn. Daar vonden zij een zak met andere lichaamsdelen van Erol.