„Diepe gaten bij Oosterscheldedam”
MIDDELBURG. De waterkerende werking van de Oosterscheldedam loopt op termijn gevaar. In de bodem aan beide kanten van de wereldberoemde waterkering zijn gaten ontstaan van meer dan 50 meter diep. Dit blijkt uit informatie van Rijkswaterstaat Zeeland, die De Telegraaf woensdagmorgen publiceerde.
De bodem bij de dam wordt beschermd door blokkenmatten. De werking hiervan heeft ernstig te lijden door erosie. „Om ervoor te zorgen dat de bodembescherming haar huidige functie kan blijven vervullen, dient te worden voorkomen dat deze verder kan verzakken, eroderen, wegspoelen, afschuiven of beschadigd raken”, stelt Rijkswaterstaat in Zeeland. De organisatie acht maatregelen noodzakelijk.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu noemt de Zeeuwse formulering „niet juist.” „De stabiliteit van de kering is niet in het geding. Het gaat om een natuurlijk proces, dat we goed in de gaten houden”, aldus een woordvoerder.
Eind jaren 60 werd begonnen met de bouw van de Oosterscheldekering. Die was oorspronkelijk gepland als een gesloten dam tegen de zee.
Halverwege de jaren 70, toen een groot deel al was aangelegd, werd uit milieuoverwegingen en onder druk van de milieulobby besloten om de resterende 4 kilometer te voorzien van schuiven, die bij storm kunnen worden gesloten. Mede door deze aanpak werd de Oosterscheldedam de duurste kering die ooit in Nederland werd aangelegd.
Op 4 oktober 1986 sprak toenmalig koningin Beatrix de historische woorden: „De stormvloedkering is gesloten. De Deltawerken zijn voltooid. Zeeland is veilig.”
De Haagse deskundige in de grondmechanica ir. J. W. Boehmer, waarschuwde anderhalf jaar geleden al voor het gevaar van bodemverzakking bij dijken en keringen. „Het watergevaar komt niet óver de dijk, maar van ónder de dijk”, zei hij toen in De Telegraaf.
Bodemverzakking was volgens Boehmer ook de oorzaak van de watersnood in 1953. „Sommige dijken waren al weggegleden voordat ze door de golven werden overspoeld.”