COA berispt na weren transseksueel
UTRECHT. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) heeft verboden onderscheid naar geslacht gemaakt door geen dienstverband meer te willen aangaan met een voormalige medewerkster die transseksueel is.
Dat heeft het College voor de Rechten van de Mens, waarin de Commissie Gelijke Behandeling in is opgegaan, in een recente uitspraak bepaald.
De betrokken medewerkster gaat sinds 14 augustus 2012 voor anderen kenbaar als vrouw door het leven. De transseksuele vrouw heeft nog geen geslachtsveranderende operatie ondergaan.
De vrouw, die bij het College voor de Rechten van de Mens haar beklag heeft gedaan, is in 2010 als woonbegeleider in dienst getreden bij het COA in Ter Apel. Ze heeft daar op basis van drie aaneensluitende arbeidsovereenkomsten gewerkt. Haar laatste overeenkomst was geldig tot medio juli 2012.
Op een bijeenkomst in september 2012, waar het COA een afscheidsfeest organiseerde voor vertrekkende collega’s (onder wie de klaagster), zagen die collega’s de medewerkster voor het eerst als vrouw.
Nadien toonde de transseksuele medewerkster opnieuw belangstelling voor een rol als woonbegeleider bij het COA. Ze deed dat via een werkcoach bij de gemeente Vlagtwedde, waar Ter Apel onder valt.
De werkcoach van de gemeente Vlagtwedde heeft gesteld dat de locatiemanager van het COA meldde dat de geslachtsverandering van de klaagster niets te maken heeft met het niet terug kunnen keren van haar als woonbegeleider.
Zelf sprak de transseksuele vrouw in november 2012 met een locatiemanager van het COA. In dat gesprek is over de transseksualiteit van de vrouw gesproken, zo stelt het College voor de Rechten van de Mens vast. De locatiemanager heeft daarbij gezegd dat zij niet wist hoe de transseksueel als vrouw zal functioneren. Ook gaf de locatiemanager aan dat het werken van de transseksueel bij de zogeheten Centrale Ontvangstlocatie een risico is. Dit omdat de manager niet wist hoe de asielzoekers met haar transseksualiteit zouden omgaan. Daarbij is verwezen naar lastige ervaringen in het verleden met homoseksuele medewerkers die door de asielzoekers onheus zouden zijn bejegend.
Het COA stelde dat er voor de vrouw geen passende functie meer is, omdat zij emotioneel instabiel en te sociaal is voor het vervullen van de functie van woonbegeleider.
De transseksueel betwist die kwalificaties. Ze wijst erop dat daarover nooit met haar is gesproken en dat het COA altijd tevreden was over haar functioneren.