Internationaal project tegen kinderporno
ROTTERDAM (ANP). De makers van kinderporno zullen de komende jaren gerichter worden aangepakt. Dat is mogelijk dankzij een internationaal samenwerkingsverband tussen het team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme (TBKK) van de politie in Rotterdam met korpsen en wetenschappers in het buitenland. In de samenwerking zullen nieuwe digitale hulpmiddelen worden ontwikkeld waarmee misbruikers van kinderen en makers van de beelden daarvan kunnen worden ontmaskerd.
Dat maakte de politie donderdag bekend. „De misbruikers en de vervaardigers zijn degenen die de slachtoffers maken”, benadrukt een woordvoerster.
Het project loopt de komende 3 jaar. Rotterdam bundelt de krachten met de politie van het Britse Kent, het Spaanse Catalonië en Estland. De universiteiten van Liverpool, Dublin, Barcelona en de Rotterdamse Erasmus Universiteit verrichten wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het project. De Europese Commissie heeft 1,4 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Onderdeel van het project is een digitaal model dat is ontwikkeld door de politie in Kent. Daarmee kunnen in onderzoeken naar kinderpornografie misbruikers worden onderscheiden van downloaders. Daardoor kunnen politie en justitie zich concentreren op de identificatie van verdachten van kindermisbruik en hun slachtoffers.
Justitie en politie in Nederland hebben de bestrijding van kinderporno sinds de Amsterdamse zedenzaak geïntensiveerd. Gemeten vanaf 2010 moest de politie meer verdachten aan het Openbaar Ministerie (OM) leveren. In 2013 is dat 15 procent meer, in 2014 25 procent. De opsporing is sterker dan voorheen gericht op het redden van slachtoffertjes en de aanpak van misbruikers en vervaardigers.
In het jongste nummer van Opportuun, het tijdschrift van het OM, zegt landelijk kinderporno-officier Michiel Zwinkels dat de misbruikers in de opsporing de hoogste prioriteit hebben. Ook grote internationale zaken of zaken waarbij grootschalige verspreiding en productie aan de orde is, krijgen voorrang.