„Na gegijzelde is familie zwakste in spel”
RIJSWIJK (ANP). Nooit de moed opgeven, al duurt het heel lang. Dat is het advies dat Dick Erkel wil geven aan de familie van de ontvoerde Judith Spiegel en Boudewijn Berendsen in Jemen. Dick Erkel is de vader van Arjan, die in 2002 tijdens zijn werk voor Artsen Zonder Grenzen werd ontvoerd in Dagestan.
„De ontvoering van Arjan duurde meer dan 600 dagen”, zegt vader Dick. „Steeds weer rees de vraag of je nu stilte in acht moet nemen of juist herrie maken. Ons werd geadviseerd kalm aan te doen en de gijzelnemers de tijd te geven. Dan komen ze vanzelf wel want ze willen iets. We hebben mensen ingeschakeld met verstand van zaken, en veel hulp en ondersteuning gekregen van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de toenmalige Nederlandse regering. De mogelijkheid dat je zelf iets kunt doen is heel gering. Niemand van ons sprak een woord Russisch, dus het had geen zin om zelf naar Dagestan te gaan.”
Erkel spreekt van een „ontzettend spannende periode”, waarin de familie niets anders te doen staat dan afwachten. „Je bent afhankelijk van de inspanning van anderen. Na de gegijzelde is de familie de zwakste in het spel.” Hoe verleidelijk dat in zo’n situatie ook kan zijn, het is volgens Erkel niet verstandig op eigen houtje stappen te nemen. „Eén iemand moet de leiding hebben, anders weten de ontvoerders ook niet meer waar ze aan toe zijn.”
Wel wijst Erkel erop dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat de zaak in de aandacht blijft. „Als ouders en familie de hoop opgeven, dan vervalt ook voor anderen de aanleiding om zich voor de zaak in te spannen.” Ook is het volgens hem zinvol dat de families van Spiegel en Berendsen één front blijven vormen. Samen sta je immers sterker, benadrukt Erkel. En om het vol te kunnen houden is het belangrijk dat „je leeft als een atleet en zuinig bent op jezelf”. Want zo’n situatie vreet energie, weet Erkel.
Dat de situatie een enorme impact heeft is evident. „Elke keer als er weer een ontvoering in het nieuws komt denk je terug aan die periode. Het laat je nooit meer los”, besluit Erkel.