Binnenland

Op spreekuur voor stamboomadvies

Een dagtaak hebben Jos Grimmelikhuizen en Leendert de Jong eraan: mensen met raad en daad bijstaan die hun stamboom uitzoeken. „Een mens wil weten waar hij vandaan komt.”

9 July 2013 18:09Gewijzigd op 15 November 2020 04:39
DEN HAAG. „Mensen roepen algauw: „Van mijn familie is er niks.” Nou, er is heel veel, ook op internet, als je maar weet waar je moet zoeken.” Foto Archief Eemland
DEN HAAG. „Mensen roepen algauw: „Van mijn familie is er niks.” Nou, er is heel veel, ook op internet, als je maar weet waar je moet zoeken.” Foto Archief Eemland

Grimmelikhuizen en De Jong zijn beiden aangesloten bij de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV). Terwijl Grimmelikhuizen penningmeester van de NGV-afdeling Achterhoek en Liemers is, is De Jong bestuurslid van de afdeling Kennemerland. De NGV die 9500 leden telt, organiseert op diverse plaatsen in het land lezingen, geeft gastlessen op scholen en belegt her en der spreekuren voor mensen die hulp nodig hebben bij het achterhalen van hun stamboom.

In juni konden belangstellenden in Haarlem terecht voor stamboomadvies. En in Utrecht kunnen mensen iedere eerste woensdag van de maand met hun vragen bij het rijksarchief langskomen. Grimmelikhuizen: „Overal in het land worden dergelijke spreekuren gehouden. En ze worden goed bezocht. Veel mensen zijn op zoek naar hun familiegeschiedenis.”

De Jong: „Een mens wil weten waar hij vandaan komt.”

De spreekuren worden door NGV-leden verzorgd. „Allemaal op vrijwillige basis”, zegt Grimmelik­huizen. „Dat heeft alles met de crisis te maken. Doordat de geldkraan bij de archieven dichtgaat, zijn de studiezalen onder­bezet of bemand door mensen die meer receptionist dan genealoog zijn. In dat gat zijn wij als vereniging gestapt.”

Op zo’n spreekuur komen mensen binnen en die zeggen dan: „Mijn naam is Jansen. Wilt u mijn stamboom uitzoeken?”

De Jong: „Van mij krijgen mensen inspiratie, transpireren moeten ze zelf doen. Wij maken de mensen vooral wegwijs in de archieven. Mensen denken vaak niet verder dan geboorte- en trouwaktes en doopregisters. Maar er is veel meer. Een van mijn voorvaderen was veenschipper. Dan moet je naar Zwolle, want daar is een geweldig scheepshypotheekarchief.”

Grimmelikhuizen: „Ik kom uit de Achterhoek. Daar heb je het probleem dat de grens met Duitsland in het verleden anders liep dan nu. Wil je in het ver­leden duiken, dan moet je naar Duitsland.

De Jong merkt op dat iemand bij het uitzoeken van zijn stamboom „de politieke situatie goed in de gaten moet houden. Waarom verhuisden mensen? De komst van de hugenoten naar Nederland is zo ongeveer de meest bekende verhuizing. Daar zijn heel veel goede dingen over geschreven, maar ook veel onzin.”

Grimmelikhuizen: „Iemand die een Frans klinkende naam heeft, zegt al snel: „Mijn voorvader was een hugenoot.” Maar is dat wel zo? Tussen 1813 en 1830 had ons land een groot Franssprekend bevolkingsdeel. Veel ambtenaren uit de zuidelijke Nederlanden werden naar het noorden overgeplaatst, ontmoetten daar een aardig meisje en bleven. Zo kwamen Franse namen bij bosjes in Noord-Nederland terecht.”

Het feit dat mensen „even op internet” hun stamboom uitzoeken, stoort zowel Grimmelikhuizen als De Jong. „Die mensen roepen al gauw: „Van mijn familie is er niks.” Nou, er is heel veel, ook op internet, als je maar weet waar je moet zoeken. Dagelijks zijn 1000 tot 1500 mensen van onze vereniging bezig met het digitaliseren van oude archieven, zoals doop- en trouwboeken.”

Sommige mensen zijn al tevreden met een kale stamboom. De Jong: „Die willen alleen weten: wie was mijn overgrootvader en wie was daar de vader van, enzovoort. Dat noem ik de kapstok. Maar dan vraag ik: „Wil je niet weten wat voor werk die man heeft gedaan? En waarom is hij van Zandvoort naar Veenendaal verhuisd?” Dat is te achterhalen.”

Er blijken ook mensen te zijn die in hun verleden geïnteresseerd zijn omdat ze hopen dat er in het voorgeslacht iemand van adel zal opduiken. Grimmelikhuizen: „Een tijd geleden kwam iemand bij me die op zoek was naar zijn familiewapen. Hij zocht status. Na even zoeken bleek dat hij geen adellijke voorouders had. Daarop gaf hij aan verder geen belangstelling te hebben.”

De Jong: „Het wordt voor ons als genealogen interessant als er een misdadiger in het voorgeslacht zit, want daar is veel over te vinden. Dat is prachtig.”

Grimmelikhuizen: „Ik heb een keer tijdens een lezing gezegd: „Wie criminele ouders heeft, die boft.” Toen stond er een man op en die zei: „U weet niet waar u het over heeft.” Zijn vader had gezeten, en dan zegt er iemand dat je geluk hebt gehad.”

Hoe ver kun je teruggaan in de tijd bij het uitzoeken van je stamboom?

Grimmelikhuizen: „Tot de napoleontische tijd kan iedereen terug, maar 1650 lukt bijna ook altijd”

Hoe ver gaat uw stamboom terug in de tijd?

Grimmelikhuizen: „Ik ben tot 1653 gekomen, bij een huwelijk in Utrecht.”

De Jong: „Ik tot 1640 . Een voorvader die timmerman was, trok van Norg naar Ureterp. Ik heb rekeningen dat hij aan de pastorie heeft gewerkt. Zijn broer was smid. Die maakte een metalen hek om de kerk.”

www.ngv.nl


Gelders Archief zet kerkboeken integraal op website

Het Gelders Archief gaat de doop-, trouw- en begraaf­boeken (dtb’s) van Gelderland integraal op zijn website publiceren.

Dit maakte het Gelders Archief maandag bekend. De documenten die op internet komen, zijn de zogenaamde Gelderse kerkboeken, die van de 16e eeuw tot 1811 werden bijgehouden door de plaatselijke kerkelijke gemeenten en parochies.

Voor de invoering van de burgerlijke stand in 1811 hielden de kerken een administratie bij van lidmaten en mensen die gedoopt of begraven werden en huwden.

De dtb’s worden de komende maanden in fasen op internet gezet. Het streven is dat komend najaar alles op internet te lezen is. Alles bij elkaar gaat het om zeker enige honderdduizenden scans.

Deze bron is niet alleen interessant voor genealogen, maar ook voor onder anderen regiohistorici, biografen en historisch demografen.

Het online plaatsen van de akten van de dtb’s past in het meerjarenbeleid van het Gelders Archief om een zwaarder accent te leggen op de ontwikkeling van een digitale studiezaal, waarin archieven zo veel mogelijk via internet geraadpleegd kunnen worden. In 2011 publiceerde het Gelders Archief 4,5 miljoen namen uit de Gelderse kerkboeken op internet.

Historische persoons­gegevens zijn uiterst populair onder een historisch geïnteresseerd publiek. Jaarlijks zoeken bezoekers enige miljoenen keren naar persoonsnamen in de internet­collecties van het Gelders Archief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer