„Kerk hoort naar buiten gericht te zijn”
Heeft de kerk een taak in het publieke domein? Is religie het cement in de samenleving? De Vrije Universiteit belegde vorige week een congres over de inbreng van religieuze groeperingen in de samenleving. „Een duidelijke verbinding tussen kerk en dagelijks leven zien we bij orthodoxe en evangelische christenen, maar ook bij moslims. Maar hun waarden staan wel haaks op de samenleving”, zegt prof. dr. G. Dekker.
Tijdens het VU-symposium stelde prof. dr. H. M. Vroom, godsdienstfilosoof aan de VU, dat het profetisch getuigenis van de kerk tot het verleden behoort. „Dat spreken van de kerk moet een zaak zijn van individuen, niet van instellingen.” Prof. Dekker, oud-hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit, ziet wel iets in die stelling. „Het probleem van tegenwoordig is dat de kerken zo pluraal zijn geworden dat ze onmogelijk nog namens de hele kerkelijke gemeenschap kunnen spreken. Dat bewijst het optreden van de kerken in de euthanasiewet. De SoW-kerken stuurden een brief aan de Tweede Kamer waarin zij opriepen om niet voor de wet te stemmen. Binnen één week stuurden meer dan honderd predikanten een brief waarin stond dat de kerk niet namens hen had gesproken. De conclusie die je hieruit kunt trekken, is dat de kerk óf zo vaag zal moeten spreken -bijvoorbeeld door te zeggen dat de kerk tegen armoede is, maar dan voeg je niets specifieks toe als kerk-, óf helemaal niet.”
Prof. Dekker constateert een discrepantie tussen algemene waarden van de samenleving en die van de kleinere evangelische en orthodoxe kerken. „Deze laatste laten nog wel een grotere homogeniteit zien, al is daar ook veel verzwegen pluraliteit. Maar ten aanzien van euthanasie en abortus spreken zij wel concreet en duidelijk. Echter, zij laten dan een geluid horen waar de overheid niet op zit te wachten.”
Er is in toenemende mate een scheiding tussen religie en geloof aan de ene kant en de door de mensen aangehangen waarden aan de andere kant. „Vroeger vielen deze samen. Het maakte bijvoorbeeld een groot verschil of je in een rooms-katholiek of protestants ziekenhuis verbleef voor een bevalling. Bij het eerste ging in een noodsituatie het kind voorop, bij het tweede de moeder. Wat je nu ziet in de samenleving is dat het geloof steeds meer geprivatiseerd wordt. Alle terreinen van het leven zijn zelfstandig geworden. De ethiek en de moraal zijn autonoom geworden.”
De kerk is weggedrongen uit het publieke domein, stelt prof. Dekker vast. „Er is daarbij meer aan de hand dan een strikte scheiding tussen kerk en staat. Van dat laatste ben ik ook een voorstander. Maar nu is een scheiding tussen godsdienst en samenleving ontstaan, en daar ben ik het niet mee eens. De kerk en het geloof kunnen wel degelijk betekenis hebben voor de samenleving. Zolang kerken zeggen dat het Evangelie er is tot heil van mens en wereld, betekent dit dat het geloof van betekenis is voor deze wereld.”
Hoe kan de kerk haar publieke gezag weer terugkrijgen? Prof. Dekker vindt dat de kerk eerst intern orde op zaken moet stellen. „Zoek vormen om weer te kunnen getuigen. Als mensen zeggen te geloven, moeten we de vraag stellen: hoe zit het met ons gedrag, onze visie op carrière, op vragen rond leven en dood? Het getuigenis zal alleen maar op indirecte wijze gestalte kunnen krijgen. Als we het gezag van de kerk in het publieke domein proberen te herwinnen, kunnen we dat niet meer vanuit een machtspositie. Voor de overheid is de kerk niet meer dan een particuliere organisatie. Als mensen vinden dat de kerk iets zinnigs zegt, is dat niet omdat de kerk het zegt.”
De Amsterdamse burgemeester Cohen heeft recent gesteld dat religie het cement van de samenleving is. Dat gaat volgens prof. Dekker slechts gedeeltelijk op, omdat religie een homogene religie moet zijn, wil zij een bindmiddel zijn. „In het verleden was godsdienst een sterk bindmiddel, wat je terugzag in de sterke zuilvorming. Zuilen waren hoog opgetrokken, waarbij alleen aan de top samengewerkt werd. Als de kerk nu echter denkt dat zij een beroep kan doen op een algemene godsdienstigheid, heeft zij het mis. Lees de kranten en leg je oor te luisteren bij de universiteiten. Als je ziet uit welke bronnen zij putten, moet je eerlijk zeggen dat er heel weinig naar de kerk geluisterd wordt.”
Maar de kerk mag zich niet neerleggen bij de privatisering, zo benadrukt prof. Dekker. „De kerk is naar haar aard naar buiten gericht. We vinden toch dat geloof ergens op betrokken is en niet alleen op leerstellingen? In dat laatste geval zijn we alleen intern bezig. We zien nu vaak dat de kerk achteruitgaat en alleen bezig is te overleven. Zij is vooral gericht op de vraag: Hoe houden we wat we hebben?”
Het probleem is verder dat veel kerken nog vanuit oude posities redeneren. „Nog niet de helft van de Nederlandse bevolking echter zegt tot een kerk te behoren en de helft daarvan heeft slechts een formele band met de kerk. Maar dan blijven er nog altijd anderhalf miljoen kerkgangers over en via deze mensen is er wel degelijk een relatie met de samenleving te leggen. Je hebt de samenleving in al zijn verscheidenheid en in alle maatschappelijke posities in de kerk zitten. Dat potentieel moeten we benutten.”
Dit is het eerste deel in een vierdelige serie over de plaats van de kerk in de samenleving. Morgen een interview met NRC-columnist J. L. Heldring.