Het is maandag precies 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij afschafte in de koloniën. Volgens Eddy Campbell, voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden NiNsee, speelt bij velen de vraag of excuses voor dit „onmenselijke” verleden moeten worden aangeboden aan de nazaten. Onder anderen de Raad van Kerken is hier voorstander van. „Zeker, excuses zullen bijdragen aan de psychologische bevrijding en genoegdoening bij een groot deel van de nazaten van de tot slaaf gemaakten. Maar excuses kun je niet afdwingen.”

Campbell zei maandag dat de herinnering aan de slavernij bij velen nog een „open wond” is. „De erfenis van de slavernij is een kwelling voor ons geweten en een zware last voor onze geest.” Hij hield verder een pleidooi voor betere emancipatie van de nazaten in de huidige maatschappij, bijvoorbeeld in de media, de rechterlijke macht, de wetenschap en het kabinet.

Tijdens de herdenking bij het Nationaal Monument Slavernijverleden was er maandag 1 minuut stilte voor de slachtoffers. Maar ook gezang, onder meer het Surinaamse volkslied toen koning Willem-Alexander en koningin Máxima aankwamen. Hoogwaardigheidsbekleders legden kransen. Na afloop van de ceremonie barstte in het Oosterpark het Keti Koti Festival los, waar jaarlijks zo’n 40.000 mensen op afkomen. Op het programma staan optredens van het Metropole Orkest, Karin Bloemen en de reggaeband Morgan Heritage.

De dag begon maandag met een Keti Koti-ontbijt op het Leidseplein, geserveerd door bekende Nederlanders. In de Stadsschouwburg vindt ’s avonds de première plaats van de Papiamentstalige opera Katibu di Shon - Slaaf en Meester met mezzosopraan Tania Kross.