De rechtbank vindt dat het OM te lang heeft gewacht met het vervolgen van de twee artsen. Om die reden is het OM niet-ontvankelijk verklaard. Hierdoor gaan de artsen vrijuit.

De twee artsen worden ervan verdacht zonder verzoek van de patiënte euthanasie te hebben gepleegd. De artsen K. V. en H. P. dienden een 61-jarige comateuze patiënte in april 1999 enkele injecties toe om haar te euthanaseren. De vrouw had volgens het OM geen verzoek hiertoe gedaan. Daarom begon justitie begin september 2001 een strafrechtelijk onderzoek tegen de artsen op verdenking van moord.

Donderdag kwam de zaak pas voor de rechter. Volgens de rechtbank is dit een „ernstige overschrijding” van de redelijke termijn dat justitie een verdachte op zijn proces mag laten wachten. Europese rechtsregels schrijven voor dat die termijn niet langer mag zijn dan twee jaar.

Officier van justitie W. Hemstede voerde aan dat deze zaak bij justitie veel intern overleg had geëist, onder meer met de minister. Voor de rechtbank was dat echter geen geldig excuus. Het OM kan nog tegen de beslissing van de rechtbank in hoger beroep gaan.

De SGP-kamerleden Van der Staaij en Van der Vlies en CU-kamerlid Rouvoet willen van minister Donner van Justitie weten hoe het komt dat het strafrechtelijk onderzoek zo veel tijd in beslag heeft genomen. Ook willen ze opheldering over de rol van de minister. Verder bepleiten ze maatregelen om te voorkomen dat een dergelijke gang van zaken zich zal herhalen.